In de Kamer is donderdag een debat over de schoonmaaksector. De afgelopen tijd is een cao–conflict in deze branche zo hoog opgelopen dat schoonmakers al weken actie voeren, onder meer bij NS en Schiphol. Opdrachtgevers spelen daarin volgens de Kamer een rol, omdat ze een steeds lagere prijs eisen van schoonmaakbedrijven.Niet alleen het kabinet moet werken aan een betere betaling en arbeidsomstandigheden voor schoonmakers volgens CDA, PvdA en SP. De partijen willen in het presidium van de Tweede Kamer ook de eigen inhuur van schoonmakers onder de loep nemen.

Als alleen naar de prijs gekeken wordt, werken opdrachtgevers volgens CDA–Kamerlid Eddy van Hijum en zijn PvdA–collega Hans Spekman mee aan „een race naar de bodem” op het gebied van lonen en arbeidsomstandigheden. SP’er Sadet Karabulut spreekt van een „moordende concurrentie”. Zij ziet het liefst dat schoonmakers in dienst van de overheid zelf komen, zodat ze onder een betere cao vallen.

Volgens Karabulut zou veel voor schoonmakers verbeteren als opdrachtgevers meer omkijken naar de mensen die bij hen in steeds kortere tijd het vuil moeten opruimen. Volgens haar worden de veelal laaggeschoolde werknemers die met hun tijdelijke contracten kwetsbaar zijn, nu vaak geïntimideerd.

Het CDA vindt dat meer geïnvesteerd moet worden in combinaties van leren en werken om de positie van schoonmakers te versterken. Zo beheersen volgens Van Hijum veel buitenlandse schoonmakers onvoldoende de Nederlandse taal en moeten ze nog hun inburgeringstraject volgen.

Verder wees het CDA–Kamerlid erop dat de overheid de komende tijd wel moet besparen wegens de economische crisis, net als veel andere opdrachtgevers. Maar ook dat kan volgens hem eerlijker door dan ook de eisen bij te stellen over hoe er schoongemaakt moet worden. „En niet de rekening bij de schoonmakers en hun werkgevers neer te leggen”.