Eerdmans: Vonnis ontvoerd meisje Ede onaanvaardbaar
„Onbestaanbaar, onaanvaardbaar en buitengewoon onverkwikkelijk.” Joost Eerdmans, voorman van het Burgercomité tegen Onrecht, is verontwaardigd over de in zijn ogen veel te lage straffen tegen de twee mannen die vorig jaar een 7-jarig meisje uit Ede ontvoerden en misbruikten.
„Ik had gehoopt dat de leeftijden van de twee daders, 28 en 29 jaar, de hoogte van de straffen zou zijn”, verwoordt Eerdmans zijn ergernis. Zijn vorig jaar opgericht burgercomité komt op voor de rechten van –familie van– slachtoffers van ernstige misdrijven.De rechtbank in Arnhem veroordeelde Leo S. (28) afgelopen maandag tot een celstraf van 7 jaar en tbs. Zijn handlanger Kaj M. kreeg 10 jaar cel. Het openbaar ministerie (OM) eiste eerder fors hogere straffen.
De familie van het slachtoffer toonde zich „erg aangeslagen” door het vonnis. Het zit de familie vooral dwars dat Kaj M. tbs ontloopt. De crimineel werkte in het Pieter Baan Centrum (PBC) niet mee aan een onderzoek uit vrees voor tbs, die in theorie levenslang zou kunnen duren. Daardoor konden zijn behandelaars de rechter geen tbs-advies verstrekken.
Kunt u zich de frustratie van de familie voorstellen?
Eerdmans, voorheen kamerlid voor de LPF en nu wethouder in Capelle aan den IJssel: „Zeer zeker. Het is onbestaanbaar en buitengewoon onverkwikkelijk dat Kaj M. het wel of niet krijgen van tbs naar zijn hand kan zetten. Dit soort mensen moet veel langer worden opgesloten. Ik zal niet zeggen: „Stop ze in een gevangenis en gooi de sleutel weg”, maar wel pleit ik voor veel hogere straffen.
Het zal deze man ongetwijfeld door zijn advocaat zijn ingefluisterd dat hij zijn mond moet houden. Dan denk ik: Zou die advocaat dat ook zeggen als zijn eigen dochtertje wordt misbruikt? Advocaten hebben het maar over een rechtvaardige samenleving. Ik heb tabak van dat verhaal. Het is een groot onrecht als deze man na zes jaar al weer op straat kan staan, omdat gevangenen immers vaak na tweederde van hun straf weer de samenleving in mogen.”
Je vraagt je af wat zo’n zedenmisdadiger weer gaat doen als hij vrij is.
„Er ontstaat een zeer gevaarlijke situatie. Uit onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie blijkt dat 80 procent van de pedomisdadigers binnen dertig jaar weer in de fout gaat. Dus laten we uitkijken en maatregelen nemen. En laten we ermee ophouden om Nederland als een soort proeftuin voor zedenmisdadigers te gebruiken. Daar worden kinderen het slachtoffer van.
Pedomisdadigers zijn feitelijk niet te genezen. Ik pleit bijvoorbeeld voor chemische castratie, zoals in Florida. Dat remt de libido, maar weer niet de agressie.
Laten we waakzaam zijn. Ik zie die waakzaamheid echter helaas niet terug in de strafmaat. Het Nederlandse strafklimaat is nog altijd doordesemd van dadergerichtheid en lankmoedigheid. Dat is absurd.
Van strafrechtgeleerden, advocaten of kamerleden zul je niet gauw een negatief oordeel over rechterlijke uitspraken horen. Dan is het al gauw: „We hebben de scheiding der machten. De rechter is onafhankelijk.” Er rust een taboe op kritiek op rechters. Daar moeten we vanaf. Uit onderzoek van de Raad voor de rechtspraak blijkt dat 80 procent van de burgers de straffen te laag vindt.
Het probleem ligt bij de rechters. Zij leggen te lage en te genuanceerde straffen op, ook al eist het openbaar ministerie hogere straffen.
Ik heb een tijdje vrijwillig in de gevangenis doorgebracht. Daar is de gedachte: „We hebben het niet meer over het delict of over het slachtoffer, nee, we beginnen blanco, opnieuw.” Van zo’n benadering moeten we af. Maak misdadigers het eerste jaar van hun gevangenschap goed duidelijk wat ze hebben aangericht, wat ze het slachtoffer hebben misdaan. Ja, ik pleit voor een moreel appèl.”
Een van de ontvoerders, Leo S., wilde uit angst en schaamte niet ter zitting verschijnen. Daar ging de rechter mee akkoord. Wat vindt u daarvan?
„Als burgercomité vinden we dat verdachten op de zitting moeten verschijnen. Daar hebben nabestaanden, familieleden van het slachtoffer en de maatschappij recht op. Als je dan in staat bent tot gruweldaden, tot het willens en wetens beroven van de integriteit van een jong meisje, dan zul je je daar ook in het openbaar voor moeten verantwoorden. Dat een rechter kennelijk zo makkelijk het wegblijven van zo’n man toestaat, toont aan dat ons rechtsysteem echt mank gaat.”