Syrië: Wij zijn na Irak aan de beurt
In Syrië wordt bang gereageerd op de aanval op Irak en het ultimatum van de Amerikaanse regering. Naast ongerustheid over de fall-out van een oorlog in buurland Irak hebben de Syrische commentatoren het vooral over wat er komt na Saddam.
Weinig regeringen hebben meer te verliezen bij een (pro-)Amerikaans bewind in Irak dan de Syrische, en dat schemert door in de commentaren op de jongste gebeurtenissen in de Irak-crisis. „Ik ontken niet dat we bang zijn van een oorlog in Irak”, zegt Haitham al-Killani, de voormalige Syrië-ambassadeur bij de Verenigde Naties. „In de regering leeft het idee dat Syrië daarna aan de beurt is.”
Na een oorlog zal „Syrië omringd zijn door onsympathieke buren: in het zuiden Israël en Jordanië, in het noorden Turkije en in het oosten Irak,” zegt analist Nicola Naseef.
De angst om de volgende te zijn, wordt gevoed door de in de VS vaak verkondigde doctrine dat de val van Saddam voor een democratisch domino-effect zal zorgen in het Midden-Oosten.
Eén van de promotoren van die doctrine is Richard Perle, de voorzitter van de invloedrijke Defence Policy Board van het Pentagon. Zijn uitspraken over Syrië worden in Damascus grondig ontleed. Perle laat er weinig twijfel over bestaan: „De Syrische president Bashar Assad zal behoorlijk wat moeten presteren, niet alleen inzake hervormingen maar ook wat betreft het opdoeken van terroristische organisaties en de teruggave van Libanon aan de Libanezen.”
Dat is een niet mis te verstane verwijzing naar de Libanese guerrillagroep Hezbollah. Syrië staat op de zwarte lijst van landen die terroristische groeperingen steunen. Washington vindt dat Hezbollah daarbij hoort. Syrië biedt ook onderdak aan de politieke leiders van de militante Palestijnse groepen Hamas en de Islamitische Jihad en enkele kleinere seculiere groepen.
Veel Syriërs beschouwen de oorlog tegen Irak als een voortzetting van de imperialistische opsplitsing van de Arabische wereld na de instorting van het Ottomaanse Rijk tijdens de eerste Wereldoorlog. Frankrijk en Groot-Brittannië tekenden toen de huidige staatsgrenzen uit.
De dominodoctrine van Washington wordt weggelachen door de Syrische intelligentsia. De overgrote meerderheid van de Syriërs gelooft eerder in een omgekeerd scenario. In een enquête bij 2620 mensen in vijf Arabische landen (Egypte, Jordanië, Libanon, Marokko en Saudi-Arabië) stond 83,4 procent van de respondenten achter de veronderstelling dat een oorlog tegen Irak het terrorisme zal aanwakkeren. Zo’n bevraging zou in Syrië gelijkaardige resultaten opleveren.
Heel wat Syriërs geloven rotsvast dat de Arabische landen hun verdeeldheid uiteindelijk zullen overwinnen om samen een vuist te maken tegen het imperialisme, dat nu verpersoonlijkt wordt door George W. Bush. „De Amerikanen moeten weten dat bloed niet goedkoop is”, zegt Mohammed Arafa, een onderwijzer. „De Irakezen en Arabieren zullen hun wraak krijgen, hoe lang dat ook duurt. Onze geschiedenis is lang. We weten dat er nog andere oorlogen volgen.”