Oorlog in havens Rotterdam herleeft
Met het luiden van de scheepsbel door vertrekkend havenmeester Lems werd begin maart de tijdelijke tentoonstelling ”Rotterdam Oorlogshaven” in het OorlogsVerzetsMuseum in Rotterdam geopend. Tot en met 30 september hangt de bel in het museum.
In mei 1940 ging het passagiersschip Statendam bij het bombardement op de Rotterdamse haven verloren. De scheepsbel werd geborgen en aan havenmeester Kortlandt geschonken. Sindsdien prijkt de bel op het hoofdkantoor van het Rotterdamse havenbedrijf. Nu tijdelijk in het OorlogVerzetsMuseum.In de tentoonstelling komen allerlei aspecten van de Rotterdamse haven tijdens de bezetting aan bod.
Het centrum van de stad werd in 1940 verwoest, maar de havens vielen vrijwel ongeschonden in handen van de Duitse bezetters.
Puinhoop
In 1939 hoort Wim Schram op de radio dat hij wordt opgeroepen voor mobilisatie. Hij komt als schutter van de mitrailleurcompagnie bij de bewaking van de Moerdijkbruggen terecht. Zijn overste is Mussert, de broer van de NSB-leider Anton Mussert. Als overste Mussert een week voor de Duitse inval bevel geeft om de stellingen te verlaten, schiet een van zijn onderofficieren hem wegens verraad dood. „Hij krijgt zijn verdiende loon, de stinkerd”, schrijft Schram in een brief aan zijn moeder.
Schram wordt na de capitulatie op verscheidene plaatsen door de Duitsers vastgehouden. Hij krijgt enige bewegingsvrijheid en mag een weekeind naar huis. „Ik wist niet wat ik zag. Rotterdam was Rotterdam niet meer. Het was één rokende puinhoop. Toen huilde ik!”
Het is een van de vele getuigenissen die de tentoonstelling laat zien. Rotterdam brandde enkele dagen. In een vitrine ligt een gesmolten orgelpijp van het verwoeste orgel uit de Laurenskerk en een handje gesmolten collectegeld. Restanten van het verwoestende bombardement.
Verdriet
Later moest de stad het opnieuw ontgelden, toen geallieerde bommenwerpers de havens bestookten. „Het was een wrange ervaring, door Amerikanen gebombardeerd te worden en door de Kriegsmarine te worden geholpen. Pas na één jaar waren mijn wonden genezen, maar het bedplassen heeft nog wel even geduurd.”
Het zijn getuigenissen die de havenperikelen van de oorlog overschaduwen. Het verraad van de 33-jarige Rosa Dasberg, een gelukkig getrouwde Joodse moeder. Via Westerbork ging ze naar Auschwitz. Daar eindigde haar leven, net zoals dat van anderen uit een lange rij namen als Cohen, Van Praag, Rosenthal en Esmeijer.
Ook niet te vergeten de getuigenissen van de Hongerwinter en de voedseldroppings. „Als vlieger dook ik 100 meter en liet 2000 broodjes pardoes op het doel vallen.”
Nazischurk
Nog altijd moet Anton Mussert het ontgelden. „O, nazi-schurk, die Anton heet. Die Neêrland stortt’ in rouw en leed. Die volk en vaderland verried. En volksgenoten slachten liet. (…) Ja, bloedbevlekte nazi-beul. Straks komt een eind’ aan uw geheul. En krijgt dit volk een toekomst weer. (…) Dan heet de taak die ’t volk nog rest. Ontsmetting van de nazi-pest!”
De tentoonstelling heeft ook een educatief programma voor groep 7 en 8 en de onderbouw van vmbo, havo en vwo.
ovmrotterdam.nl