„Inwoner Veenendaal kan ’s nachts veilig over straat”
Dat inwoners van Veenendaal ’s nachts niet meer veilig over straat zouden kunnen, is volgens burgemeester Elzenga van de gemeente „volstrekte onzin.” Dat zei hij gistermiddag tijdens een persconferentie.
In regionaal dagblad De Gelderlander stelde Elzenga eerder deze week dat het met name voor jongeren onveilig zou zijn alleen over straat te gaan. Hij zou dit gezegd hebben naar aanleiding van de hardhandige beroving op straat van drie Veenendaalse jongeren afgelopen weekend.Volgens Elzenga is er in de media een „totaal verkeerd beeld” ontstaan van de situatie in Veenendaal. „Een burgemeester die twijfel laat bestaan over de veiligheid in zijn gemeente, is geen knip voor de neus waard. De verspreiding van dit nieuws heeft me geweldig in de problemen gebracht.”
In tegenstelling tot wat burgemeester Elzenga beweert, voelen de 15-jarige Christianne Hovestad en Janneke Evers zich helemaal niet veilig in Veenendaal. ’s Avonds durven de winkelende meiden niet meer alleen over straat. „We zijn sowieso al geen helden, maar ’t is hier echt niet veilig hoor”, verzekeren ze. „’s Avonds staan er bij de Action en de Lampegiet altijd groepjes Marokkanen en daar gaan we echt niet langslopen. Overdag fluiten ze je na of ze roepen wat, maar als je hoort wat er afgelopen weekend is gebeurd, houd je ’t wel uit je hoofd bij ze in de buurt te komen.”
Een gesluierde Marokkaanse vrouw in de winkelstraat heeft van de Veenendaalse straatterreur niets meegekregen. „Nee, sorry, echt niks van gehoord.” Ze snelt de overdekte winkelpassage Corridor in.
Een oudere vrouw bij de C&A,leunend op haar fiets, is er stel-lig van overtuigd dat de burgemeester bang is voor de Marokkaanse jongeren. „Niemand durft er wat aan te doen. Van mij mogen ze die rotjochies levenslang opsluiten. Zonder geld, zonder tv en zonder gymzaal.”
Een man die aandachtig de verbouw van het Veenendaalse gemeentehuis gadeslaat, heeft in de vijf jaar tijd dat hij in het centrum woont, nog nooit last gehad. „Als ik ’s nachts naar het toilet ga, zie ik wel eens wat jongeren voorbijkomen. Ze komen zwalkend uit de kroeg en proberen elkaar overeind te houden. Maar overlast veroorzaken ze niet.”
Een groepje Marokkanen –blikjes cola in de hand– leunt tegen de muur van bioscoop ’t Hofplein. De jongens kijken vanonder veel te hoog geplaatste petjes naar het passerend winkelvolk.
Erg druk maken ze zich niet om de perikelen van afgelopen weekend. „We zijn Marokkanen hè, dus wat wij doen telt drie keer zo zwaar. Maar goed, beetje vuil prikken en je loopt weer op straat, weet je.”