Gids voor vreemdelingen
Vertwijfeld kijkt de toerist om zich heen. Waar was die kasteelruïne ook alweer? Was het dit straatje rechtdoor en dan links? Of toch een straat verder? Dan valt zijn oog op het bekende blauwe bord met de drie V’s. Hij haalt opgelucht adem.
Het water in de Valkenburgse geul staat enkelhoog en kabbelt rustig voort. De kades van de 3 meter brede stroom zijn hier en daar behoorlijk afgebrokkeld. Het restauratiewerk dat op dit moment gaande is, lijkt dan ook geen overbodige luxe.Aan de overkant van de geul, bereikbaar via een brug met sierlijke leuningen, staat het VVV-kantoor van het Zuid-Limburgse Valkenburg. Op 22 februari 1885, dus 125 jaar geleden, ontstond in deze stad de Vereniging ter bevordering van het VreemdelingenVerkeer. Om toeristen de weg te wijzen, mooie plekken in de stad vindbaar te maken en de regio te promoten. Met name de Hollanders moesten naar Limburg komen, vonden de notabelen. En zo ging de kersverse VVV op tournee in onder meer Amsterdam en Utrecht om potentiële vakantiehouders te wijzen op Zuid-Limburg, een baken van rust tussen de oorlogvoerende landen Duitsland en Frankrijk.
Volgens directeur Anya Niewierra van VVV Zuid-Limburg is deze hoofdtaak de jaren door niet veel veranderd. Nog altijd probeert het bedrijf Limburg te promoten als een stukje buitenland binnen Nederland. „Er is geen mooier stukje Nederland dan Zuid-Limburg. Die heuvels, de rust, de vriendelijke manier van leven. En niet te vergeten het aangename klimaat rond de geul.”
De manier waarop de promotie plaatsvindt veranderde wel. Tegenwoordig gebruikt de VVV internet als een belangrijk kanaal om informatie te verstrekken.
Niewierra doet geen enkele poging om haar liefde voor het zuiden onder stoelen of banken te steken. Met elke zin lijkt haar geestdrift toe te nemen, tot ze er bijna verontschuldigend aan toevoegt: „Maar de Veluwe is ook mooi hoor.”
Ook typerend is de manier waarop ze spreekt over de mensen die 125 jaar geleden het initiatief namen om de VVV op te richten. Steevast spreekt ze over ”we” en ”ons”.
Het waren de Duitse Kurvereine –plaatselijke toeristenorganisaties– die de Limburgers van toen op het idee brachten om eenzelfde soort vereniging voor toeristen op te zetten. „Rijke Duitsers kwamen in de negentiende eeuw naar het Geuldal vanwege het milde klimaat. Ook schrijvers en dichters uit Holland vonden de weg naar het zuiden. Een ervan was Betsy Perk. Zij publiceerde in 1878 haar roman ”Elisabeth de jonkvrouw van ’t Kasteel te Valkenburg”. Die zette ons behoorlijk op de kaart.”
In 1853 krijgt de vestingstad een spoorstation, dat nu als oudste stationsgebouw van Nederland te boek staat. Niewierra: „Daarmee was de verbinding met Holland definitief en kwam het toerisme pas echt op gang. In een cafézaal in de Grote Straat is uiteindelijk het besluit genomen om de VVV op te richten.”
Andere provincies keken met belangstelling naar dit Zuid-Limburgse voorbeeld en besloten mee te gaan doen onder dezelfde naam. „Juist dat maakt onze VVV Nederland zo uniek. Nergens elders in Europa is een organisatie als de onze te vinden die zo landelijk gestructureerd is.”
Koningin Beatrix komt volgende week vrijdag naar Valkenburg om het jubileumjaar te openen. Overal in de stad verrijzen kunstwerken, zoals levensgrote ‘toeristen’ op daken. Genoeg werk te doen dus, ook voor de VVV-directeur. Toch neemt Niewierra de tijd om mee te lopen naar de kasteelruïne. Ze wijst op een gekrijt vierkant op de tegels met ”HM” erin geschreven. „Hier komt volgende week Hare Majesteit te staan.” Een ander vak is bedoeld voor de pers.
Dan is het tijd om de ruïne zelf in te gaan. Afgebrokkelde muren steken af tegen een bewolkte lucht. Een schijnbaar eindeloos aantal trappen leidt toeristen rond in de overblijfselen van het eens zo fraaie kasteel uit de elfde eeuw, de enige hoogteburcht van Nederland. Ridderzaal, kapel, verdedigingstoren en artilleriekamer – al snel waant de bezoeker zich terug in de roerige Middeleeuwen.
Ook na 125 jaar staat de VVV de vreemdeling nog altijd bij. „En blijkbaar doen we het goed”, aldus Niewierra. „Uit onderzoek blijkt dat we na de Efteling het meest onmisbare merk zijn voor toerisme in Nederland. Dat is toch leuk om te weten.”
Feiten en cijfers VVV
Cijfers:
Opgericht op 22 februari 188588 aangesloten formulenemers
429 vestigingen door heel Nederland11 regionale bureau’s zonder VVV-kantoor1300 werknemers, 1000 vrijwilligers16 miljoen fysieke klanten in vestigingen per jaar55 miljoen unieke internetbezoekers per jaarBelangrijkste taken:
Ontwikkeling en promotie van informatiegidsen, kaarten, routes.
Informatievoorziening aan toeristen in vestigingen en op internet.
Organisatie lokale/regionale evenementen.
Promotie toeristische regio’s en bezienswaardigheden.
Medenken over en aanjagen van lokaal toeristisch recreatief beleid.