Naar aanleiding van een klacht van twee leerlingen oordeelde de commissie gisteren dat het ROC het dragen van een gezichtsbedekkende sluier (nikaab) mag verbieden. Volgens de advocate van de leerlingen is het verbod gericht tegen het moslimgeloof, maar dat klopt volgens de commissie niet.

Wel oordeelt de commissie dat er sprake is van indirecte discriminatie omdat het dragen van een nikaab kan worden gezien als een geloofsuiting. Als zo’n sluier niet meer mag worden dragen, treft dat een groep gelovigen.

De commissie aanvaardt indirecte discriminatie evenwel als er een objectieve rechtvaardiging voor is. Het Amsterdamse ROC voerde aan dat de communicatie op school wordt belemmerd door een nikaab. De commissie heeft zich daardoor laten overtuigen. Drie jaar geleden kwam ze nog tot een andere conclusie. Toen baseerde de commissie zich vooral op de mening van een groep leraren die met de sluier geen probleem had. Die groep is intussen sterk geslonken.

Weliswaar zijn de bewuste leerlingen bereid de sluier niet in de klas te dragen maar de school vindt dat ze die ook elders in de school moeten afdoen. Het onderwijs wordt namelijk steeds meer buiten de klassieke lokalen gegeven.

De andere argumenten van de school neemt de commissie eveneens over. Het ROC zei twee weken geleden tijdens de behandeling van de klacht dat wanneer een vrouw een sluier draagt dit ook het vaststellen van haar identiteit bemoeilijkt. Daardoor kan de beveiliging tegen ongewenste personen falen.

Bovendien moet de school er zo veel mogelijk voor zorgen dat leerlingen toegang krijgen tot de arbeidsmarkt. Dragers van een nikaab zullen volgens het ROC grote problemen ondervinden. De Commissie Gelijke Behandeling denkt daar ook zo over.

De leerlingen zouden nu nog naar de gewone rechter kunnen gaan. Uitspraken van de commissie zijn niet bindend. Sinds januari weigert de school de leerlingen toe te laten. Zij zeggen zich op de koran te baseren. Hun lichaam zou zo veel mogelijk bedekt moeten worden om mannen niet in de verleiding te brengen.

Veel scholen die eveneens worden geconfronteerd met leerlingen die een nikaab dragen, zullen na deze uitspraak van de commissie het voorbeeld van het Amsterdamse ROC volgen, zo is de verwachting in de onderwijswereld. De zaak wordt gezien als een proefproces, met name voor het beroepsonderwijs.