Eén behandelcentrum voor kinderen met kanker
DEN HAAG (ANP) – Er komt een nationaal centrum voor onderzoek naar en behandeling van kanker bij kinderen. Dat heeft de Coöperatie Nationaal kinderoncologisch centrum (NKOC), waarin artsen en ouders zijn verenigd, donderdag bekendgemaakt.
Jaarlijks wordt bij circa vijfhonderd kinderen kanker vastgesteld. De zorg voor die patiëntengroep is volgens de initiatiefnemers te versnipperd, omdat die verspreid over zeven universitaire ziekenhuizen wordt aangeboden. Het zou efficiënter zijn als alle kennis in Nederland wordt gebundeld en dat zou de kwaliteit van zowel het onderzoek als de behandeling van patiënten ten goede komen, menen zij.Door de topzorg voor kinderen met kanker in één ziekenhuis te concentreren, zal de overlevingskans toenemen, is de verwachting. Nu ligt die op 75 procent; dat moet binnen vijftien jaar zijn gestegen tot ruim 90 procent. Ook moet het centrum een omgeving worden waar jonge kankerpatiëntjes en hun ouders, broertjes en zusjes zich op hun gemak voelen.
Het NKOC komt bij een bestaand ziekenhuis. De initiatiefnemers hebben tien ziekenhuizen aangeschreven die aan de criteria voldoen. Daaronder zijn zeven academische en drie algemene medische centra. In juni wordt bekend waar het kinderoncologisch centrum precies wordt gebouwd. Het gaat naar verwachting in 2013 open.
De universitaire ziekenhuizen zijn kritisch over de plannen. Zij erkennen de noodzaak van concentratie, maar hebben andere ideeën over de manier waarop die vorm moet krijgen. Zij vinden dat de kinderoncologie niet moet worden losgekoppeld van de algemene kindergeneeskunde, maar in bestaande academische kinderziekenhuizen moet worden ondergebracht…
Volgens de koepelorganisatie NFU is het bovendien wenselijk dat er minimaal twee centra overblijven die zich bezighouden met de behandeling van kinderen met kanker. Ouders moeten namelijk een keuzemogelijkheid hebben, aldus een woordvoerder.
De universitaire ziekenhuizen overleggen nog met de Coöperatie NKOC en andere betrokken partijen, zoals de zorgverzekeraars en het ministerie van Volksgezondheid. De organisatie gaat er vooralsnog van uit dat er uiteindelijk een gezamenlijke oplossing komt.