Nederlander: Ik had president van Roemenië kunnen zijn
Hij had president van Roemenië kunnen zijn. „Diefstal” doorkruiste echter de plannen van Viorel Ringhilescu. Ambities blijven. Aan een tafeltje in een lunchroom in het Utrechtse winkelcentrum Hoog Catharijne doet de Nederlandse Roemeen zijn opmerkelijke verhaal.
Zijn Oost-Europese uiterlijk verraadt de afkomst van Ringhilescu. De Roemeense politicus is gekleed in een bruin jasje; op de borst een schildje met daarop de Roemeense adelaar. In zijn hand een krant uit juli 2006.Op de voorpagina van de ”Gazeta De Bucuresti” prijkt een levensgrote foto van Viorel Ringhilescu. Hij waarschuwt: „Deze krant moest zijn deuren sluiten na de publicatie van dit artikel.”
Geheim
De politieke ‘carrière’ van de Roemeen begint in 1984. In dat jaar komt Ringhilescu, werkzaam als elektricien bij een woningbouwstichting in Boekarest, op het wilde idee om een politieke partij op te richten.
„Natuurlijk realiseerde ik me dat dat verboden was. Maar theoretisch moest het kunnen. Het woord ”partij” in de Communistische Partij suggereerde immers dat er meer moet zijn dan dat deel (”part”).”
Viorel Ringhilescu houdt de plannen strikt geheim. „Ik wilde niet dat anderen door hun medeweten gevaar zouden lopen. Daarom wist zelfs mijn vrouw niets af van mijn voornemen.”
De plannen van de Roemeen stuiten, niet onverwacht, op een muur van onwil. Alle theorieën ten spijt, de regering is onwrikbaar in haar overtuiging. In een officiële ontmoeting laat een partijfunctionaris weten dat het niet mogelijk is om een nieuwe politieke partij op te richten.
Voor mensen met politieke ambities is er wel een andere mogelijkheid, benadrukt de functionaris: lid worden van de Communistische Partij. Ringhilescu: „Ze lieten me weten dat ik binnen de partij snel een belangrijke functie zou krijgen.”
Het ‘sympathieke’ voorstel wordt resoluut ter zijde geschoven. De Roemeen weigert het lidmaatschap aan te vragen.
Ook zijn volgende idee om een vakbond op te richten die opkomt voor meer welvaart voor de arbeiders, stuit op een muur van onwelwillendheid. Een vakbond is overbodig, stelde het regime. Opnieuw wordt Ringhilescu voorgehouden dat hij beter lid kan worden van de Communistische Partij.
De Roemeen geeft ditmaal toe aan de druk. „Ik vulde het formulier in. Bij de vraag naar de motivatie om lid te worden van de partij, schreef ik: „Ik heb geprobeerd de partij van buitenaf tegen te werken. Omdat dat niet lukt ga ik haar vanaf nu van binnenuit bestrijden.” Ik heb nooit meer iets van dat lidmaatschap gehoord.”
Het regime, geërgerd door het optreden van Ringhilescu, probeert de Roemeen nu op allerlei manieren het leven zuur te maken. Zo verliest hij zijn baan. Een vluchtpoging naar het naburige Joegoslavië mislukt.
Liquidatie
In december 1989 breekt in Roemenië de revolutie uit die leidt tot de val van het regime van dictator Ceausescu. Ringhilescu sluit zich aan bij andere prominente actievoerders. Samen besluiten ze tot de oprichting van de Roemeense Democratische Partij. Ringhilescu wordt voorzitter. Het ideaal lijkt bereikt.
De oprichting van een democratische partij valt echter niet goed bij andere revolutionairen die zich hebben verenigd in het zogenaamde Comité en Front van Nationale Redding (CFNR). Uit vrees voor politieke concurrentie besluiten ze Ringhilescu en de andere initiatiefnemers van de partij te liquideren.
Ringhilescu en zijn kompanen brengen het er levend van af omdat militairen weigeren gehoor te geven aan de opdracht tot liquidatie. De leiders van het CFNR spelen vervolgens een andere troef uit: zij gaan over tot ‘diefstal’ van de partij. Ringhilescu: „De officiële documenten van de partij werden gestolen, waarna de partij officieel werd ingeschreven. Onze namen zijn daarbij provisorisch vervangen door namen van aan de CFNR gelieerde personen.”
Een succesvolle actie van de CFNR, zo blijkt enige tijd later. In het Provisorisch Comité van de Nationale Unie, een tijdelijk parlement dat is ingesteld na de revolutie, tekent de „gestolen” Roemeense Democratische Partij voor de helft van het aantal zetels.
Omdat in Roemenië liquidatie dreigt voor de heftig protesterende Ringhilescu, vraagt hij politiek asiel aan in Nederland. In 1990 verleent de Immigratie- en Naturalisatiedienst hem de Nederlandse nationaliteit.
De betrokkenheid op zijn vaderland is er niet minder om geworden. Ruim twintig jaar vecht de Roemeen nu voor zijn rechten en voor een democratisch Roemenië.
In 2008 vestigt hij zich opnieuw in zijn geboorteland. Vrouw en kinderen blijven om veiligheidsredenen achter in Nederland. Samen met enkele medewerkers werkt hij in Boekarest aan de opbouw van zijn partij. De naam van de partij is al binnen: Partidul Democrat. In 2006 sprak een Roemeense rechter uit dat de gestolen partijnaam toekomt aan Ringhilescu.
Of hij ooit nog eens president van Roemenië wordt? „De huidige Roemeense president Basescu was voor de rechterlijke uitspraak in 2006 lid van de Roemeense Democratische Partij. Die partij is nu van mij. Of ik ooit president word, weet ik niet. We gaan politieke verantwoordelijkheid zeker niet uit de weg.”
Voor het zo ver is, vallen er echter nog heel wat barrières te overwinnen, weet Ringhilescu. „Ik heb in Nederland gezien hoe een democratisch bestel werkt. Graag wil ik de ervaring die ik hier heb opgedaan, gebruiken voor mijn vaderland.”