Analfabeet leest boekje Bunyan
Tussen waardeloze rommel lag een waardevol stapeltje papier. Acht beduimelde pagina’s bevatten het levensverhaal van Kornelis Kaashoek, een jonggestorven vader uit Sint Annaland. „In het eenzame met God te verkeren was hem het liefste.”
De vinder van Kaashoeks levensverhaal, A. J. Smits, nam het op in een bundel schetsen over geestelijk leven op en rond het eiland Tholen. De inmiddels 80-jarige Smits houdt zich reeds lang bezig met de geschiedenis van de streek. Eerder publiceerde hij over de watersnood van 1953 en over de Stavenisser ouderling L. J. Potappel.Zijn nieuwe boek bestrijkt ongeveer twee eeuwen, te beginnen bij Willem Mense, die van Tholen naar Brabant trok, op zoek naar vrijheid en rust. Juist daar in Brabant, in een herberg, werd hem de rust opgezegd. Zijn ijveren voor de bevindelijke prediking riep later weerstand op, ondanks de achting die zijn plaatsgenoten in Klundert voor hem hadden. Smits besluit dit hoofdstuk met de 62 trappen van ontdekking die Mense aan het gedicht over zijn leven toevoegde.
De auteur beschrijft een aantal gebeurtenissen uit het leven van ds. P. van Dijke en ds. W. Baaij. Hij schrijft ook over J. M. Stoutjesdijk, die in Stavenisse voor wat aanhangers als oefenaar optrad. Tijdens de tussenzang kwam Stoutjesdijk achter zijn lessenaar vandaan en collecteerde. Na de dienst deelde hij het opgehaalde bedrag uit onder de armen. „Johannes was wat vreemd, zei men. Maar dat de wortel der zaak in hem gevonden werd, durfde men niet te ontkennen. En dat is ook wel gebleken op de dag dat hij mocht gaan sterven.”
Een andere voorganger in hetzelfde dorp was ledeboeriaan M. Luijk. Zijn vrouw werd meer dan een eeuw oud en was in brede kring bekend om haar godsvreze.
Ook L. A. C. Kleppe-de Graaf (1868-1964) bereikte een hoge leeftijd. De Heere kwam haar tegen toen ze twintig jaar zweeg over het genadewerk in haar ziel.
Over analfabeet Kees van Oeveren wordt verhaald hij opeens kon lezen toen hij tussen aangespoelde troep een boekje van Bunyan vond. En over moeder Sammarine uit Sint Maartensdijk hoe op haar gebed het hongergevoel bij haar kinderen werd weggenomen toen ze vanwege haar armoede geen eten voor hen in huis had. Arm, maar toch rijk.
Zo vertelt Smits op aansprekende wijze wat hij uit overlevering en oude geschriften weet over het geestelijk leven op en rond zijn eiland, en hij voegt er zijn eigen gedachten aan toe. Verder is een brief opgenomen die de Rotterdamse predikant ds. C. van den Oever in 1877, zijn overlijdensjaar, naar Stavenisse stuurde.
De vlotgeschreven bundel wordt besloten met Smits’ persoonlijke herinneringen aan de evacuatieperiode 1944-1945, toen de eilandbewoners van huis en haard verdreven waren omdat de Duitsers hun kostbare grond onder water zetten. Smits verbleef in het Land van Heusden en Altena. Daar kwam hij in aanraking met verschillende kinderen des Heeren.
De verhalen spreken van Gods bemoeienissen met mensen die hun onwaardigheid inleefden. Zoals Johannes Kempeneers, de schelpenvisser bij wie het van binnen stormde omdat het buiten windstil was en hij met zijn vracht mosselen Antwerpen niet op tijd bereiken kon. Toen de koopman zijn lading toch afnam, zag Kempeneers zijn eigen opstand in het licht van Gods goedheid. Geen wonder dat de Fliplandse diaken op zijn oude dag schreef: „Er is ook niemand die in nood helpen kan dan de Heere alleen. En dat weet Zijn volk, omdat ze meermalen gesmaakt hebben dat de Heere goed is. Dit kent de arme wereld niet.”
In Godes bewaring sterk. Uit het geestelijk leven op en rond het Thoolse land, A. J. Smits;
uitg. Den Hertog, Houten, 2009; ISBN 978 90 331 2209 5; 189 pag.; € 18,50.