Schreuders moet een innemende man zijn geweest met een gunnend karakter. Ondanks zijn bescheidenheid trad hij als vanzelf op de voorgrond. In Veen nam hij een belangrijke plaats in als ouderling, gemeenteraadslid, lid van het polderbestuur, dijkgraaf en voorzitter van enkele waterschappen. Onder zijn leiding ging in 1921 de gereformeerde kerk van Veen bijna in zijn geheel over naar de Gereformeerde Gemeenten.Mastenbroek maakte gebruik van secundaire bronnen, voor een belangrijk deel mondelinge overleveringen. Het boek, dat een stichtelijk karakter heeft, behandelt ook uitvoerig de sociale en kerkelijk context. In afzonderlijke hoofdstukken gaat het over Instituut Hasselman in Emmichoven-Nieuwendijk, waar Schreuders christelijk onderwijs ontving, over de Afscheidingsbeweging in Veen, maar ook over dr. G. Talma, die de hervormde gemeente van 1892 tot 1943 diende, en over de stichting van gereformeerde gemeenten in de omgeving van Veen.

Veel aandacht is er voor een beschrijving van en mededelingen uit de vriendenkring van Schreuders. Een aantal brieven van Schreuders aan vrienden is eveneens opgenomen. Daarin komt hij naar voren als een man die hunkerde naar de dadelijke bediening uit Christus, en die van zichzelf geestelijk lage gedachten had.

Geen onheil zal de stad verstoren. Uit het leven van Hubertus Schreuders, J. Mastenbroek;uitg. Den Hertog, Houten, 2009; ISBN 978 90 331 2253 8; 235 blz.; € 14,50.