Het leek haast een feestje voor CDA-bewindslieden. Demissionair premier Balkenende werd dinsdag bij de verdediging van ‘zijn’ Crisis- en herstelwet geflankeerd door maar liefst drie CDA-ministers: Eurlings (Verkeer & Waterstaat), Hirsch Ballin (Justitie) en Verburg (LNV). Ook ChristenUnieminister Huizinga (VROM) mocht in de ‘feestvreugde’ delen.Hoewel de wet, die als doel heeft bouwend Nederland uit de economische dip te trekken, in de achterliggende maanden in de Senaat breed werd betwijfeld en zelfs op grote tegenstand kon rekenen, besloot de Eerste Kamer hem vorige week niet controversieel te verklaren, ondanks dat het kabinet-Balkenende IV is gevallen.

Dinsdagnacht omstreeks 01.00 uur nam een meerderheid van CDA, VVD, PvdA, SGP en ChristenUnie, na een slopend debat dat al om 10.15 uur ’s ochtends aanving, de crisiswet aan.

Dit tot grote teleurstelling van de overige fracties. Want hoewel de regering de Senaatsfracties dinsdag op diverse pijnpunten tegemoetkwam, werd duidelijk dat de Crisis- en herstelwet op zijn minst uiterst gevoelig ligt.

Onder meer D66, GroenLinks en SP zien de wet als een politiek instrument om maatschappelijk omstreden projecten er met een sneltreinvaart doorheen te kunnen drukken.

In totaal dienden de fracties dinsdag maar liefst negentien moties in om de wet aan te passen. Een absoluut record in de geschiedenis van de Senaat. Enkele maanden eerder werden er in de Tweede Kamer zelfs 150 moties ingediend over de wet, die voorziet in snellere procedures rond de aanleg van wegen en andere infrastructurele projecten.

Zelfs VVD-senator Hofsta, warm voorstander van „minder regels en meer dynamiek”, moest gisteren erkennen dat de crisiswet, waarvoor Balkenende zich in het afgelopen jaar meer dan hard heeft gemaakt, niet bepaald de schoonheidsprijs verdient. „Nee, dit kind is niet wonderschoon. Daar moeten we eerlijk in zijn. Het heeft onmiskenbaar ziektekenmerken, maar is wel levensvatbaar. Het is onze taak haar goed op te voeden.”

Hofstra hoopt dat, hoewel de crisiswet tijdelijk is en daarom per 1 januari 2014 automatisch komt te vervallen, bepaalde aspecten die trage procedures kunnen versnellen toch beklijven. „Van tijdelijke zaken iets eeuwigs maken is een makkie, denk maar aan het kwartje van Kok.” Balkenende gaf aan die intentie te delen.

D66-Senator Schouw betichte Hofstra ervan als „liberale broeder” te pleiten voor een opvallend communistisch systeem. „U zegt met deze wet feitelijk: Geef alle macht maar aan de staat, dan komt het goed.”

Schouw noemde de crisiswet „een versnellingswet met decreetachtige kenmerken en een hoog experimenteel karakter.” Ook bestempelde hij haar als „een juridisch monster, omgeven met veel symboliek.” Dat begint volgens hem al bij de naamgeving. „Een sterk staaltje overheidscommunicatie. Want wie kan er nu tégen het oplos-sen van de economische crisis zijn.”

Balkenende wierp kritiek als zou de wet een persoonlijk prestigeobject zijn, verre van zich. „We schuiven projecten naar voren om mensen aan de slag te helpen en te houden. Enkel dat heeft ons bewogen.”