Kerk & religie

„Islam kent grote diversiteit”

De islam is minstens zo geschakeerd als het christendom. Daarom komt het er in de ontmoeting met moslims op aan goed te luisteren naar hoe de moslim met wie je in gesprek bent zichzelf definieert, aldus prof. dr. B. J. G. Reitsma. „Op dit punt gaat het mis bij Wilders.”

Kerkredactie
17 March 2010 09:54Gewijzigd op 14 November 2020 10:07
Een van de belangrijkste uitgangspunten bij de ontmoeting met de islam is te beseffen dat niet iedere moslim hetzelfde is, aldus prof. Reitsma. Foto RD, Sjaak Verboom
Een van de belangrijkste uitgangspunten bij de ontmoeting met de islam is te beseffen dat niet iedere moslim hetzelfde is, aldus prof. Reitsma. Foto RD, Sjaak Verboom

De bijzonder hoogleraar ”de kerk in de context van de islam” aan de Vrije Universiteit in Amsterdam (VU) en docent missiologie aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) gaf dinsdag in Kampen het eerste college in een serie van zes over ”De uitdaging van de Islam”.De collegeserie is de eerste grotere activiteit van het kennisplein AKZ+, een samenwerkingsverband van de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) van de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Theologische Universiteit (TUK) van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Gereformeerde Hogeschool in Zwolle (GH). AKZ+ stelt zich ten doel „beschikbare kennis op het terrein van geloof, kerk en theologie te bemiddelen.”

Een van de belangrijkste uitgangspunten bij de ontmoeting met de islam is te beseffen dat niet iedere moslim hetzelfde is, aldus prof. Reitsma. „Wilders wil aantonen dat er maar één soort moslim is, namelijk de gevaarlijke. Maar als we met elkaar in gesprek willen komen, dan moeten we aan die houding voorbijkomen.”

De hoogleraar laat foto’s zien van enerzijds Osama Bin Laden en een gesluierde moslima en anderzijds de burgemeester van Rotterdam, Aboutaleb, en een vrouw zonder sluier. „Wij zijn geneigd Bin Laden en de gesluierde vrouw de ware moslim of moslima te noemen. Daar richten we ons ook op, als we plannen maken voor een hoofddoekjesverbod of een minaretverbod. Maar wie zijn wij om te zeggen dat voor het oog minder radicale moslims eigenlijk geen ware moslims zijn?”

Het is zelfs zo dat moslims onderling elkaar om hun verschillen soms niet kunnen uitstaan, zegt de bijzonder hoogleraar. „Een echtpaar waarvan de man soenniet was en de vrouw sjiiet moest in een Druzendorp leven, bij een soort islamitische sekte, omdat ze bij beide families niet welkom waren met een partner vanuit een andere stroming binnen de islam.”

Naast het verschil tussen de hoofdstromingen van soennieten en sjiieten zijn ook de verschillen in rechtsschool van belang om te herkennen, aldus prof. Reitsma. „Binnen de islam scheiden de wegen niet zozeer om leergeschillen, maar meer om onenigheid over wat wel of niet mag. Er zijn vier rechtsscholen die elk op een andere manier bepalen wat juist is. Dat levert dus al vier verschillende ondersoorten islam op.”

Een derde onderscheid is volgens hem dat tussen diverse „bewegingen.” „Het salafisme wil terug naar het zuivere begin van de islam. Alleen de Koran en de allereerste traditie zijn volgens salafisten een zuiver uitgangspunt. Maar de puriteinse islam wil verder gaan, naar alleen de Koran zelf. Deze beide stromingen zijn weer anders dan de extremistische islam. Dat is een salafisme met de bereidheid om geweld te gebruiken om terug te komen bij de zuivere islam.”

Extremisten uit deze hoek zijn er niet alleen op uit om te moorden, zegt prof. Reitsma. „Het is sterk af te keuren wat zij doen. Maar hun motief is een enorme passie voor de eer van God. Daar moeten we oog voor houden.”

In Nederland zijn de tweede en derde generatie allochtonen volgens de missioloog intussen sterk in verwarring over wat nu hun ware identiteit is. „Toen ik acht jaar in Libanon was, voelde ik me Nederlandser dan hier. Zo gaat het ook met veel moslimjongeren: ze zoeken zekerheid en gaan zich meer vastleggen op hun identiteit. Daar kan radicalisering van komen.”

Het gaat er voor christenen in de ontmoeting met moslims om „geen vooroordelen” te hebben en „moslims zelf te laten definiëren wat islam is”, aldus prof. Reitsma. „Als mijn moslimstudenten in Amsterdam tegen mij zeggen wie ik als christen zou zijn en ik herken me daar niet in, vind ik dat ook niet leuk. Maar protestanten hoeven zich van hen niet te verantwoorden voor wat er nu in de Rooms-Katholieke Kerk gebeurt aan seksueel misbruik. Zo moeten wij hen niet om verantwoording vragen voor wat er aan terreur wordt gedaan door een heel andere beweging binnen de brede islam.”

Islam is daarom „wat de persoon die je voor je hebt representeert. Een christen moet die persoon leren plaatsen. Je kunt het Evangelie alleen communiceren als je weet wie de ander is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer