Karzai kwaad over arrestatie nummer twee taliban
De Afghaanse regering voerde geheim overleg met de tweede man van de taliban toen die in Pakistan werd gearresteerd. De Afghaanse president Hamid Karzai „was erg kwaad” over de gevangenneming van mullah Abdul Ghani Baradar, omdat Baradat groen licht had gegeven voor deelname aan een drie dagen durend vredesberaad dat Karzai volgende maand organiseert. Dat heeft een adviseur van Karzai dinsdag tegen het persbureau Associated Press gezegd.
De Pakistaanse autoriteiten namen Baradar gevangen met hulp van Amerikaanse inlichtingendiensten. Zijn gevangenneming roept nieuwe vragen op of de Verenigde Staten bereid zijn vredesoverleg te steunen met leiders die bij de aanslagen van 11 september betrokken terroristen onderdak bieden.Het geheime overleg tussen Baradar en de Afghaanse regering wordt door verscheidene bronnen bevestigd, onder wie Abdul Ali Shamsi, veiligheidsadviseur van de gouverneur van Helmand. Ook in mediaberichten is gesuggereerd dat Baradar in contact stond met vertegenwoordigers van Karzai, maar het is voor het eerst dat details van de gesprekken bekend worden.
Het idee om te praten met de taliban maakt opgang in Afghanistan nu de VS en de NAVO duizenden militairen extra inzetten om de opmars van de opstandelingen te keren. Verzoening was een van de onderwerpen die Karzai en de Amerikaanse president Barack Obama maandagavond in een videogesprek van een uur aansneden, liet het bureau van Karzai gisteren weten.
Er is weinig bekendgemaakt over hoe de gevangenneming van Baradar vorige maand in Karachi in zijn werk ging. De Pakistanen waren er naar verluidt ontstemd over dat het nieuws wereldkundig werd gemaakt door de Amerikanen. Zijn arrestatie was onderdeel van een campagne waarin de Pakistanen nog enkele andere Afghaanse talibanfiguren hebben opgepakt, na jaren van de Amerikanen het verwijt te hebben gekregen dat zij te weinig deden om de extremisten aan te pakken.
Leden van de Afghaanse regering waren verre van dankbaar; ze beschuldigden Pakistan ervan Baradar te hebben opgepakt om ofwel de boel te saboteren, of de regie over de gesprekken met de talibanleiders in handen te krijgen.
Ondertussen is het debat over verzoening wel in een stroomversnelling geraakt. Vertegenwoordigers van de Verenigde Naties en de Britse regering benadrukten vorige week dat het nu tijd is om met de taliban te gaan praten. De Afghaanse regering heeft zelf plannen om voetvolk en middenkader van de taliban met economische voordelen los te weken. Een andere drijfveer is het voornemen van Obama om in juli 2011 met de terugtrekking van Amerikaanse troepen te beginnen.
Karzai en zijn westerse bondgenoten zijn het er niet over eens wie eventueel bij verzoeningsgesprekken aan de onderhandelingstafel mogen aanzitten. De Amerikanen, die in de oorlog bijna 950 militairen hebben verloren en miljarden dollars hebben uitgegeven, hebben bedenkingen tegen deelname van het hoogste talibanechelon. De Britten „dringen aan op versnelling”, zei Karzai vorige week. „Onze bondgenoten spreken niet altijd dezelfde taal.”
Toenadering tot de taliban maakt weinig kans zonder de steun van de VS en hun internationale partners, zegt Karzai. Eerder pogingen om tot overleg te komen, zijn mislukt omdat „delen van de internationale gemeenschap onze inspanningen ondermijnden” in plaats van ze te steunen, zei hij.
De Amerikaanse minister van Defensie, Robert Gates, zegt dat het nog te vroeg is om te verwachten dat talibanleiders zich met de regering verzoenen. Ze zullen pas naar de onderhandelingstafel komen als ze ervan overtuigd zijn dat ze de oorlog niet kunnen winnen, meent Gates. Ook minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton betwijfelt sterk of talibanleiders bereid zijn geweld af te zweren.
De mening van de Amerikaanse bevelhebber generaal Stanley McChrystal staat nog niet vast, zegt een Amerikaanse militaire bron in Kabul. Het maakt de internationale militaire coalitie niet uit met wie de Afghaanse regering praat, maar de coalitie is wel bezorgd dat de prijs voor het beëindigen van de gevechten te hoog kan zijn.
De leiders van de drie belangrijkste opstandelingengroepen in Afghanistan zijn mullah Omar van de taliban, Jalaluddin Haqqani, die een met al-Qaida verbonden organisatie aanvoert, en Gulbuddin Hekmatyar van de Hezb-e-Islami. Volgens Shamsi, de veiligheidsadviseur uit Helmand, heeft de regering onderhandeld met Baradar, die een voorstel heeft overgebracht aan de bestuursraad van de taliban.
Shamsi zegt berichten te hebben gezien dat Omar het voorstel heeft afgewezen en dat Baradars rivalen in de talibanleiding fel tegen elk overleg met de Afghaanse regering zijn. Omar zou zelfs zo kwaad zijn geweest op Baradar, dat hij de Pakistaanse inlichtingendiensten zou hebben verzocht hem op te pakken.