Oost-Europa behoeft partnergemeenten
Het uitbreiden van het gezamenlijke Nederlands-Duitse kerkelijke contact met een gemeente in Oost-Europa; dat is het wat ds. Friedemann Oehme voor ogen staat.
De coördinator oecumene van de Evangelisch-Lutherse Landskerk van Saksen sprak zaterdag in Utrecht op de jubileumbijeenkomst van de Landelijke Werkgroep Gemeentecontacten Nederland-Duitsland. Deze werkgroep bestaat 25 jaar en helpt Nederlandse en Duitse gemeenten met hun contacten. Tijdens de ontmoetingsdag presenteerde voorzitter Gerben Dijkstra een jubileumboek. Hij overhandigde het eerste exemplaar aan Egbert Eleveld, de eerste voorzitter van de werkgroep.In de jaren 1980, rondom de hereniging van de beide Duitslanden, bloeiden de banden tussen kerkelijke gemeenten in Nederland en het oosten van Duitsland. Nu is het aantal van 400 gehalveerd. Dat heeft er onder meer mee te maken dat de gemeenten hun bijzondere positie verloren hebben sinds de omwenteling.
Ds. Oehme stelde voor dat een Nederlands-Duits gemeentecontact gezamenlijk zoekt naar een partnergemeente in Oost-Europa, waar de situatie voor kerken veel minder rooskleurig is. Hij gaf het voorbeeld van een kerkelijke gemeente in Dresden die samen met haar Nederlandse partnergemeente contact heeft met een plaatselijke kerk in Slowakije. Een gemeente uit Leipzig heeft met haar West-Duitse partnergemeente een intensieve relatie met een evangelisch-lutherse gemeente in Letland. De partnergemeenten konden daar een nieuw kerkelijk centrum bouwen.
De predikant ziet voor de jeugd, die het in de huidige contacten grotendeels laat afweten, ook een rol weggelegd. Voor jongeren is een reis naar een verre stad een spannende uitdaging, zo had hij ervaren. Hij stelde voor om jongeren, als ambassadeurs van de kerkelijke gemeente, als eerste op reis te laten gaan en de eerste contacten laten leggen met de partnergemeente. „Alleen als we de jeugd ons vertrouwen schenken, kunnen we de jonge generatie winnen voor ons werk.”
Thema’s als ”verzoening” en ”overwinning van het vijanddenken” zijn volgens ds. Oehme in de contacten niet meer zozeer aan de orde. Hij ziet toekomst voor theologische thema’s. „Ook wij christenen in onze kerkelijke gemeente in onze eigen situatie zoeken naar zekerheden en bemoediging in het geloof. Hoe zou dat beter kunnen lukken dan dat wij gedachten en ervaringen daarover met onze partners uitwisselen over wat wij werkelijk denken? Onze wereld heeft een duidelijk getuigenis van het christelijk geloof nodig. In Europa moet deze stem hoorbaar blijven. Zo kunnen we ertoe bijdragen Europa een ziel te geven.”
Klaas Puite, oud-voorzitter van de werkgroep, zei dat het verleden de Duitsers kritisch tegenover zichzelf gemaakt heeft. Tijdens een stadswandeling in Erfurt was het hem opgevallen dat de Duitse deelnemers zich liever Erfurters noemden dan Duitsers.