Spindoctors slijpen nu reeds hun messen
Daags na de gemeenteraadsverkiezingen van vorige week startte de campagne voor de verkiezingen van de Tweede Kamer van woensdag 9 juni. Campagneleiders en spindoctors slijpen hun messen al. Waar zullen ze zich op gaan richten?
„Er is een werkelijkheid en er is een politieke werkelijkheid.” Zo bracht een ambtenaar van het ministerie van Landbouw eens treffend onder woorden hoe het werkt in Den Haag. Hij wilde daarmee zeggen dat achter de Haagse werkelijkheid nog een werkelijkheid schuilgaat; één waarover alleen in de achterkamertjes wordt gesproken.Wat de werkelijkheid is in deze verkiezingscampagne mag duidelijk zijn. De overheid kampt met de enorme gevolgen van de financiële en economische crisis. Het structurele tekort bedraagt zo’n 36 miljard euro.
Alle partijen zullen hierover ideeën moeten ontwikkelen. Moet Nederland een grote overheid hebben waarin bescherming van zwakkeren een speerpunt is of moet er een kleine overheid komen waarin de vrije markt zijn werk doet? De linkse partijen zullen ook met hun ideeën moeten komen. En dat doen ze niet graag. Zij houden van een grote overheid, maar wie gaat dat betalen? De campagnestrategen van CDA en VVD zullen de linkse partijen het vuur na aan de schenen leggen.
Omgekeerd zullen degenen die fors willen snijden in de overheidsuitgaven de vraag van ‘links’ krijgen hoe zij de solidariteit met de zwakkeren in de samenleving willen handhaven. De waarde van een samenleving hangt immers mede af van de manier waarop ze omgaat met ouderen, gehandicapten, zieken en zij die om wat voor reden dan ook niet kunnen werken.
De campagnestrategen gaan ervoor zorgen dat hun partij zo veel mogelijk positief in het nieuws komt. De grote partijen houden tegenwoordig bijna dagelijks een persbriefing waarop een politicus een of meerdere nieuwsfeiten naar buiten brengt. Ondertussen zijn de strategen ook actief om in contacten met journalisten hun partij zo goed mogelijk voor het voetlicht te brengen of de negatieve punten van de tegenstander onder de aandacht te brengen. Ondertussen regisseren ze precies welke politicus wat waar mag zeggen.
Dat is de werkelijkheid, maar er is ook nog een politieke werkelijkheid. Daar is de grote vraag: Hoe houden we ons Wilders en diens PVV van het lijf? Het formele antwoord van de spindoctors van de gevestigde partijen is meestal: We gaan ons eigen verhaal aan de man brengen en proberen kiezers achter onze standpunten te krijgen. Dat is natuurlijk ook waar, maar ondertussen zoeken ze in hun achterkamertjes naarstig naar een echt antwoord op Wilders. En dat valt niet mee, want de PVV’er legt op de punten van immigratie en integratie de vinger op de zere plek. Ook heeft hij een groot deel van de publieke opinie achter zich. Dat bleek vorige week wel tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in Den Haag en Almere.
De gevestigde politieke partijen bevinden zich in een achterstandssituatie en het is lastig om van daaruit te vechten. Zwijgen is in ieder geval geen optie, daarvoor is de populariteit van Wilders te groot. De tegenaanval inzetten is een reële mogelijkheid. Dat heeft D66 de afgelopen maanden groot gemaakt. Een andere optie is het overnemen van de actiepunten van de one-issuepartij. Die strategie is in de jaren negentig met succes gevolgd toen de ouderenpartijen furore maakten in Den Haag. Christelijke partijen kunnen voor hun strategie altijd te rade gaan bij Groen van Prinsterer: tegen de revolutie het Evangelie.