„Werken aan proefschrift is mijn redding geweest”
Wie: Jurn de Vries (70) uit Amersfoort.
Wat: „Ik ben bezig met een proefschrift over de theocratische opvattingen van dr. A. A. van Ruler (1908-1970). Begin volgend jaar hoop ik klaar te zijn.”Waarom: „Mijn gevoelsleeftijd ligt rond de vijftig. Ik moet er niet aan denken om stil te zitten. Nadat ik in 2001 een punt achter het hoofdredacteurschap van het Nederlands Dagblad kon zetten, zat ik een aantal jaren voor de ChristenUnie in de Eerste Kamer. Nog altijd vervul ik verschillende bestuursfuncties. Allemaal op het raakvlak van kerk en overheid, een gebied dat van jongs af aan mijn interesse heeft. Het onderwerp van mijn dissertatie sluit daar naadloos op aan.
De belangrijkste aanleiding voor het promotieonderzoek vormde de ongeneeslijke ziekte die zich in 2004 bij mijn vrouw openbaarde. Alleen wakker worden en geen dagvulling hebben, leek me verschrikkelijk. Er kwam weer boven dat ik in 1981 na mijn doctoraalexamen theologie graag had willen promoveren. In september 2006 klopte ik op de Theologische Universiteit Kampen aan bij mijn toekomstige promotor prof. De Bruijne. Hij reageerde enthousiast op de onderwerpskeuze voor het proefschrift. Drie maanden later overleed mijn vrouw.”
Ervaringen: „De theocratische opvattingen van Van Ruler houden in dat kerk en staat zich als eenheid moeten inzetten om het volk te kerstenen. Gods geboden zijn daarbij richtinggevend. Van Ruler ging ver en wilde zelfs de Mozaïsche wetten invoeren. Mijn doel was te onderzoeken of zijn ideeën nog bruikbaar zijn, correctie behoeven of te verwerpen zijn. Tevens wilde ik nagaan hoe je je vandaag de dag als christen op moet stellen. Mijn promotor adviseerde mij eerst de geschriften van Van Ruler te lezen en pas daarna kennis te nemen van het oordeel van anderen over deze theoloog. Ik bivakkeerde daarop zo’n drie maanden in de universiteitsbibliotheek in Utrecht, waar Van Rulers archief huist.
Aan het begin van het traject stelde ik mij ten doel elke acht maanden een hoofdstuk te schrijven. Dat is gelukt. Ik ben nu bij het slothoofdstuk waarin ik mijn kritiek op Van Ruler formuleer en mijn eigen alternatief verwoord. Hoeveel uur ik wekelijks met mijn proefschrift bezig ben, is lastig aan te geven. In een periode met veel vergaderingen kom ik er nauwelijks aan toe. Een volgend moment heb ik weer alle tijd. Als ik een dag aan mijn dissertatie besteed, fiets ik altijd een uur om uit te waaien.
Het werken aan het proefschrift is een heerlijke ontdekkingstocht. De studie is mijn redding geweest en heeft mij weer levensmoed gegeven. Het stemt mij dankbaar dat ik het kan doen, want er zijn ook weduwnaren die futloos achterblijven na het verlies van hun vrouw.”
Toekomst: „Ik lees graag studieboeken en hoop nog wat bestuursfuncties te houden. Mocht dit allemaal onvoldoende blijken, dan ga ik rechten studeren.”
Volgt u als zestigplusser ook een boeiende studie? Mail dan naar mensen@refdag.nl