Opgemerkt
Den Haag (II)
Als Haags SGP-lid stemde ik sinds het samengaan van SGP en CU bij de gemeenteraadsverkiezingen altijd op die partij. Deze keer heeft geen van beide mijn stem gehad, en naar ik meen te weten heeft dat voor meer Haagse SGP’ers gegolden.Uiteraard heb ik mijn stem wel uitgebracht. Niet op de SGP, omdat ik geen vertrouwen had in haar aanpak die leidde tot de partij Christelijk Sociaal/SGP, en niet op de CU, omdat deze partij de Haagse SGP op een schandalige manier heeft gedropt.
De scheiding tussen de SGP en de CU is buitengewoon jammer, zoals uit de verkiezingsuitslag blijkt (RD 4-3).
Ik hoop dat voor de volgende gemeenteraadsverkiezingen het verstand bij de CU weer gaat zegevieren.
H. Grabijn-van Putten
Heliotrooplaan 80a
2555 MC Den Haag
Zonde, kwaad en lijden
In de discussie over het duiden van zonde, kwaad en lijden (RD 5-3) buitelen de christelijke theologieën al 2000 jaar over elkaar heen. Onbegrijpelijk, omdat deze woorden kernbegrippen bevatten.
Om te beginnen is er de fundamentele vraag naar het bestaan van God en die móét bevestigend worden beantwoord, omdat de ontkenning de godsdienst onmiddellijk transformeert tot mensendienst.
Als God werkelijk bestaat, moet Hij onkenbaar en onnaspeurbaar zijn, en niet aan tijd en plaats gebonden. Door deze predikaten is Hij wat de mens betreft absoluut vrij en door Zijn eeuwigheid is Hij volstrekt consistent en onveranderlijk. De schepping, de Bijbelverhalen en Zijn rechtvaardigheid doen vermoeden dat Hij logisch is, zodat paradoxen met betrekking tot Hem niet kunnen bestaan. Iedere concessie aan deze predicaten ontgoddelijkt Hem onmiddellijk.
Gods eigenschappen maken het onwaarschijnlijk dat Zijn scheppingsdoelen in de schepping liggen, want die heeft Hij immers al, zodat ze noodzakelijkerwijs daarboven moeten liggen. Het enige aardse dat Hem zou kunnen interesseren zijn de menselijke geesten, om hen ”als engelen” te doen worden, zoals de Schrift het verwoordt.
Aangezien de Almachtige onze geesten „met jaloersheid begeert”, mag worden aangenomen, dat Hij kwaliteitseisen aan hen stelt en dat doet Hij dan ook. Zo eist Hij bovenmatige liefde jegens Hemzelf, liefde voor de naasten die ten minste even groot is als de eigenliefde, en het door Jezus bevolen streven de naaste te willen zijn.
Het is hier dat de zonde, het kwaad en het belang van het lijden in beeld komen. De zonde is datgene waarin we van Christus verschillen. Het kwaad is de oorzaak van het lijden, namelijk het onrecht, dat voortkomt uit de zonde. Uit de natuur kan dan weliswaar geen kwaad voortkomen, maar wel intens lijden.
Lijden in het algemeen is een tamelijk subjectieve gevoelservaring van het individu, maar het is altijd onaangenaam. In zijn lichamelijk aangrijpen is het voor ieder organisme een sterke evolutionaire prikkel en in zijn geestelijk aangrijpen heeft het in de mens een sterk vormende invloed op zijn geestelijke kwaliteiten.
Lijden is dus bijzonder onaangenaam, maar geen kwaad.
H. K. Groeneweg
Kromwal 33
4318 EJ Brouwershaven