Ouder zorgleerling volwaardige partner van school
Ouders van zorgleerlingen moeten zich actiever inzetten in het contact met de school, vinden Marieke Bremmer-van Leeuwen en Kees Eijkelboom. Ze verdienen een plaats als volwaardige partner van de school.
Scholen proberen vóór 2012 klaar te zijn om iedere zorgleerling naar een passende onderwijsplek te kunnen begeleiden. Passend Onderwijs wordt dit genoemd. Het reformatorische onderwijs loopt voorop om alle kinderen een plekje te geven. Dat heeft heel wat voeten in de aarde voor docenten, maar zeker ook voor de leerling en zijn of haar ouders.Ouders van zorgleerlingen maken echter veelal een passieve indruk. Blijkbaar is er bij hen een gebrek aan motivatie of veel schroom om zich actief op te stellen jegens de school. Gezien het feit dat juist de reformatorische school een school van de ouders is, zou hun belangstelling vanzelfsprekend moeten zijn. De ouders zijn immers degenen die hun kinderen „doen onderwijzen.”
Hoe kan de ouderbetrokkenheid verbeteren? Daarvoor is allereerst een wederzijdse investering in de relatie onmisbaar. Vanaf het begin van het schooljaar of nog eerder dient het contact blijvend gevoed te worden. Wanneer er pas contact is bij bijzonderheden van welke aard ook, is er een kans gemist.
Daarnaast is een goede communicatie van het grootste belang. Verstaan school en ouders elkaar wanneer het over het kind gaat? Kunnen de ouders de zorgvraag van hun kind zo verwoorden tegenover de school dat docenten in staat zijn met deze informatie een nieuw onderwijsdoel te formuleren en hun kind verder te helpen?
Om serieus genomen te worden zullen ouders zich de zorgtaal van de school eigen moeten maken en zich tijdig moeten laten informeren over de zorgstructuur in de school en het (zorg)beleid. Ze kunnen er ook voor kiezen een externe deskundige mee te nemen naar een bespreking. Niet om gelijk te krijgen, maar wel om elkaar te begrijpen en iemand te hebben die hen en de school verbinden kan waar het gaat om de volgende ontwikkelingsstap van het kind.
Het is een uitdaging om als ouder vasthoudend te durven zijn. Ouders raken snel teleurgesteld en laten het erbij zitten om niet als ”zeurende ouder” te boek te staan. Scholen zullen de tijd nodig hebben om te wennen aan deze ouders die een volwaardige plaats opeisen in het zorgtraject.
Ouders delen graag hun ervaringen met andere ouders. Nu gebeurt dat nog veel bij het schoolhek. Maar wanneer ouders de kans krijgen om hun ervaringen constructief met andere ouders te delen in gespreksgroepen, kunnen zij op een heilzame manier van gedachten wisselen, elkaar steunen, zich laten informeren over onderwijsvernieuwingen en nieuwe kansen leren benoemen. Zo zullen zij groeien in hun rol als volwaardige partner van de school.
Het is ook goed als ouders betrokken worden bij het opstellen van een handelingsplan. Zij zouden gewenst moeten zijn bij het meekijken, meedenken, meebeslissen en evalueren waar het gaat om de leervorderingen en gedragsveranderingen. Vanuit dit perspectief zijn ouders niet minder dan de school aan zet.
De auteurs werken respectievelijk als orthopedagoog voor en beleidsmedewerker bij Helpende Handen, een reformatorische netwerkorganisatie voor mensen met een levenslange of langdurige beperking.