Buitenland

Koerden vluchten naar de bergen

Abdul Hurriani vergrendelt het veiligheidshek van zijn schoenenwinkel aan de voet van de oude citadel van Irbil. Hij laadt zijn laatste voorraad in een vrachtwagen en kijkt hoe het verkeer de stad verlaat, de bergen in.

Brian Murphy (AP)
19 March 2003 11:28Gewijzigd op 14 November 2020 00:12
ARBIL - Iraaks-Koerdische gezinnen verlaten in een vrachtwagen de stad Arbil, die wordt gecontroleerd door de Democratische Partij van Koerdistan. Iraakse Koerden bereiden zich voor op de naderende Amerikaanse aanval op Irak. - Foto EPA
ARBIL - Iraaks-Koerdische gezinnen verlaten in een vrachtwagen de stad Arbil, die wordt gecontroleerd door de Democratische Partij van Koerdistan. Iraakse Koerden bereiden zich voor op de naderende Amerikaanse aanval op Irak. - Foto EPA

„Ik ga ook”, zegt Hurriani. „Spoedig zal dit een spookstad zijn.”

Nu president George Bush Saddam Hussein een ultimatum heeft gesteld om te vertrekken en de oorlog na het verstrijken daarvan vrijwel zeker begint, haasten Iraakse Koerden zich om weg te komen. In versleten taxi’s, afgeladen pick-ups en alles wat maar rijden wil zoeken ze de bergen op, waar ze veilig denken te zijn voor het Iraakse leger, dat zich op 20 kilometer ten zuiden van de stad bevindt.

Op de volle, smalle weg ten noorden van Irbil, de zetel van het autonome Koerdische bestuur, staat het verkeer bijna stil. Een kudde geiten beweegt zich sneller voort.

Niet al te stevig aangesjorde bagage bungelt op de daken van de auto’s. Sommige voertuigen begeven het al voordat Irbil uit het zicht is verdwenen.

Sarhan Abdul Kareem herinnert zich een soortgelijke file toen hij in 1991 uit Irbil vluchtte. „Alleen waren we toen banger”, zegt Kareem, die met twintig familieleden in een busje gepropt zit. „Wij denken niet dat Saddam ons in deze oorlog zal aanvallen, maar je mag ons niet kwalijk nemen dat wij nerveus zijn, na alles wat wij hebben meegemaakt.”

De dodelijke kracht van het regime van Saddam kennen de Koerden maar al te goed. Eind jaren tachtig voerde de Iraakse dictator een hardhandige campagne om het opstandige volk in het gareel te brengen. Tienduizenden mensen werden gedood of uit hun woonplaatsen verdreven, naar schatting 5000 kwamen in 1988 om bij een gifgasaanval op het dorp Halabja.

Ook na de Golfoorlog van 1991 sloeg het leger van Saddam een opstand van de Koerden neer. Sindsdien worden de Koerden in Noord-Irak door de Verenigde Staten en hun bondgenoten beschermd.

„Wij voelen ons gewoon veiliger buiten de steden. Dan kunnen wij tenminste een beetje rustiger slapen”, zegt Sabah Abdullah, die twaalf mensen plus bagage vervoert in zijn Toyota-pick-up.

Atta Ahmed (40) wil zijn gezin onderbrengen bij een vriend in een dorp bij de Turkse grens. Daarna wil hij naar Irbil terugkeren om zich aan te sluiten bij andere Koerdische militieleden. „Ik ben een strijder. Ik kan mij niet verstoppen. Maar ik moet weten dat mijn gezin veilig is.”

Langs de kant van de weg zit Kamal Shoradeh met de handen in het haar. De motor van zijn truck is voor de tweede keer aan de kook geraakt. Eenentwintig mensen -familie en buren- zitten met hun bagage achterin. „Hij raakt oververhit, ik rij een kilometer of twintig en dan gebeurt het weer. Zo duurt het dagen.”

Anderen zijn nog op zoek naar vervoer. Bij de belangrijkste taxistandplaats wordt onderhandeld over de ritprijs en de ruimte die beschikbaar is. „De prijzen gaan omhoog en ik heb geen geld”, zegt student Farhad Mirhan. „Misschien moet ik achterblijven.”

Ook de benzineprijs schiet omhoog. Vrije pomphouders vragen meer dan 2,5 dinar (0,30 euro) per liter, bijna drie keer zoveel als eerder deze week. Wie dat te gortig is kan aansluiten in de 2 kilometer lange rij voor gesubsidieerde benzine, die 0,70 dinar (bijna 8 cent) per liter kost.

Veel winkels zijn dicht. Winkeliers proberen hun handel ergens veilig op te bergen. „Eén bom en ik ben failliet. Waarom zou ik het risico nemen?” zegt kledingwinkelier Ahmed Mohammad terwijl hij een spijkerbroek van een etalagepop stroopt.

Hamid Miran, lid van het Koerdische parlement, gaat niet weg uit Irbil. „Ik ben te oud en te trots om voor Saddam op de loop te gaan.” Hij zal thuis proberen uit te vinden hoe het gasmasker werkt dat hij in een bazaar heeft gekocht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer