Moslims willen het hoofd koel houden
De moslimorganisatie Islam en Burgerschap wil samen met christelijke, Joodse en andere levensbeschouwelijke organisaties een plan maken om te voorkomen dat een oorlog in Irak in Nederland tot religieuze spanningen leidt. Dat heeft de organisatie dinsdag verklaard.
Volgens Y. Hartog, coördinator van Islam en Burgerschap, kunnen in het plan initiatieven worden vastgelegd om groepen met verschillende religieuze achtergronden met elkaar in contact te brengen. „We gaan eraan werken dat er goede voorlichting komt op scholen en dat jongeren met verschillende religieuze achtergronden met elkaar in gesprek blijven”, aldus Hartog.
Islam en Burgerschap verwacht niet dat een oorlog tot grote spanningen tussen verschillende religieuze groepen in Nederland zal leiden. Hartog: „Het is een oorlog tussen staten waarbij het gaat om belangen van landen en niet zozeer om het christendom en de islam. De ideeën over de oorlog lopen dwars door alle bevolkingsgroepen heen. Daarom zal het minder voor de hand liggen dat moslims, die over het algemeen tegen de oorlog zijn, zich tegen een bepaalde groep gaan afzetten.”
Volgens D. El-Boujouffi, vice-voorzitter van de Unie voor Marokkaanse Moskeeën in Nederland (Ummon), voelen de moskeebezoekers zich betrokken bij de oorlog tegen het islamitische Irak. „Saddam Hussein is niet te verdedigen, maar veel moslims hebben er grote moeite mee dat onschuldige geloofsgenoten doelwit zullen worden van grof geweld.”
Hoewel de vice-voorzitter veel ongenoegen bij zijn achterban signaleert nu er naar alle waarschijnlijkheid oorlog komt, vreest hij geen escalatie of wantoestanden. „Maar we blijven alert. We zullen moskeegangers ertoe oproepen op Allah te vertrouwen en het hoofd koel te houden.”
Turkse imams, aangesloten bij Milli Gorus, zullen tijdens de komende vrijdagpreek ook een dergelijke oproep doen aan hun achterban, zo laat U. Kabaktepe, vice-voorzitter van Milli Gorus Noord-Nederland, weten. „Daarnaast gaan we vooral discussie en dialoog stimuleren, zowel binnen als buiten de moskeeën.” Volgens Kebaktepe is het nu bovendien zaak dat de onvrede die bij zijn achterban heerst over de voorgenomen militaire acties, plaatsmaakt voor humanitaire steun aan het Iraakse volk.