”Ambassadeur natuur” krijgt ruimte
Officieel mag het edelhert in Nederland geen stap buiten de Veluwe en de Oostvaardersplassen zetten. Enkele provincies en natuur-organisaties zijn echter bereid de ”ambassadeur van de natuur” zijn plek in de vrije natuur terug te geven.
Elk voorjaar zitten op de Veluwe en de in de Oostvaardersplassen pakweg 4400 exemplaren ‘opgehokt’. Achter hoge hekken. Buiten deze officiële leefgebieden wacht ’s lands grootste zoogdier de kogel. Onbegrijpelijk, meent ir. Bas Worm, vicevoorzitter van Vereniging Het Edelhert. „Het edelhert, wettelijke beschermd nota bene, staat bij de realisatie van de ecologische hoofdstructuur symbool voor de kwaliteit van robuuste verbindingen tussen natuurgebieden. Waar deze kritische paraplusoort kan overleven, lukt dat ook andere planten- en diersoorten.”Evenals de Zoogdiervereniging pleit Worm voor de terugkeer van het roodwild elders in het land. „De EHS heeft mede tot doel dat edelherten zich via aan elkaar geknoopte natuurgebieden vrij kunnen verspreiden. Van diep in Duitsland en België tot aan de Utrechtse Heuvelrug en de Oostvaardersplassen. En andersom. Het aardige is dat de dieren al spontaan ons land binnenkomen. Als dat gebeurt in gebieden die in de robuuste verbindingen liggen, zoals in Twente en de Achterhoek, is het onlogisch om hun komst tegen te werken, omdat op provinciaal niveau het beleid nog niet is aangepast. Op nationaal niveau bestaat immers de wens edelherten grensoverschrijdend te laten uitwisselen.”
Dat zich op Overijssels en Gelders grondgebied nu al –illegaal– edelherten bevinden, wordt niet aan de grote klok gehangen. De dieren, afkomstig uit Duitsland, zijn op eigen kracht de grens overgestoken en worden gedoogd. Zolang ze geen gevaar opleveren of schade veroorzaken.
De groepjes in het oosten van Twente komen uit het geïsoleerde Bentheimer Wald. De dieren in de Achterhoek (bij Winterswijk) hebben de Ufter Mark/het Dämmerwald als thuisbasis, net boven het Ruhrgebied.
Terwijl Staatsbosbeheer in het Limburgse Meinweggebied 25 herten uit de Oostvaarderplassen wil loslaten, heeft de provincie Gelderland plannen het leefgebied op de Veluwe te vergroten via zogeheten poorten, verbindingszones die geschikte terreinen aan elkaar koppelen. Uiteindelijk moeten de dieren ongehinderd naar de rivierdalen en randmeren kunnen, al dan niet via ecoducten. Dit jaar start bij Hierden, Voorthuizen en Dieren een proef in drie poorten. Boeren die hun grond voor herten openstellen kunnen rekenen op een financiële vergoeding.
Worm constateert tevreden dat er initiatieven zijn om de ”ambassadeur van de natuur” zijn plek in de vrije natuur terug te geven. „Wel is er meer regie vanuit Den Haag nodig om de realisatie van robuuste verbindingen in goede banen te leiden. Er moeten vooraf duidelijke afspraken zijn over het maximumaantal dieren en de maatregelen om de verkeersveiligheid te vergroten. Daarnaast moet de overheid met een nationale gedoog- en schaderegeling komen die voor boeren geen papieren rompslomp met zich meebrengt.”