Cultuur & boeken

De vitaliteit van de rederijkers

De rederijkers waren geletterde burgers aan het einde van de middeleeuwen en tijdens de renaissance. Zij konden tijd en geld genoeg vrijmaken om eens per week samen te komen. Tijdens die samenkomsten werd poëzie geschreven en voorgedragen en werd er gediscussieerd en gemusiceerd. Vaak werd er ook deelgenomen aan wedstrijden of prijsvragen en lokale festiviteiten.

tekst Klaas Fraanje
5 March 2010 16:39Gewijzigd op 14 November 2020 10:01

In ”Lustige geesten” baseert Arjan van Dixhoorn zich voor een groot deel op eerdere onderzoeksresultaten. De grote verdienste van dit boek is dan ook de compleetheid en het overzicht. Er worden heel veel aspecten van de sociale en economische rol van de rederijkers besproken, van individuele carrières tot betrokkenheid bij maatschappelijke vraagstukken en van religieuze achtergronden tot politieke invloed.Van Dixhoorn let hierbij speciaal op de overgang van de middeleeuwse naar de vroegmoderne samenleving. Hij probeert te laten zien dat de rederijkers niet een taai relict uit een verdwijnende wereld, maar juist een springlevende en flexibele beweging vormden. Een netwerk van genootschappen dat niet alleen midden in de actualiteit stond, maar ook actief bijdroeg aan de vormgeving van een nieuwe tijd, de tijd van de Hervorming, de Opstand en de Republiek.

Van Dixhoorn studeerde economische en sociale geschiedenis aan de Universiteit Utrecht en is momenteel postdoctoraal onderzoeker aan de universiteit van Antwerpen. Zijn boek ”Lustige geesten” is gebaseerd op het gelijknamige proefschrift waarop hij in 2004 promoveerde aan de Vrije Universiteit en dat is te merken.

Het omslag van ”Lustige geesten” is erg fraai, maar de lay-out van de inhoud is uiterst zakelijk en, nou ja, saai. Het is bijna alsof geprobeerd is de tekst zo wetenschappelijk mogelijk te laten lijken. Aan deze beeldvorming dragen ook de vele tabellen en grafieken bij, waarin de enorme hoeveelheid statistische gegevens is gevat. Daarbij komen de grote aaneengesloten tekstblokken het leesplezier niet bepaald ten goede en dat is jammer.

Bovendien heeft Van Dixhoorns tekst deze behandeling totaal niet nodig. ”Lustige geesten” is een zeer uitvoerige en veelzijdige analyse van de rederijkersbeweging en haar betekenis in het maatschappelijk leven in de Noordelijke Nederlanden.

”Lustige geesten” roept ook vragen op. Dat Van Dixhoorn aan wil zetten tot kritische analyse van de bronnen en feiten lijkt me niet meer dan terecht en dat bestaande beelden over de rederijkers onvolledig en misschien wel onjuist zijn, is waarschijnlijk. Al lezende rijst echter de vraag of Van Dixhoorn niet wat erg graag de vitaliteit en het belang van ‘zijn’ rederijkers wil onderstrepen.

Zo bespreekt hij opvallend veel gegevens uit de periode rond 1600 en daarna, met de claim dat de veelheid aan gegevens laat zien dat de rederijkerij toen nog zeker niet op haar retour was. Of door de opkomst van de drukpers en het veel grotere aantal teksten dat niet verloren ging, het beeld misschien vertekend is ten gunste van rederijkers uit de vroege 17e eeuw, blijft buiten beschouwing.

Daarnaast leidde ”Lustige geesten” bij mij tot de vraag of Van Dixhoorn, in al zijn veelzijdigheid, wel recht doet aan de rederijkersbeweging. Er waren in de periode die hij bespreekt talrijke broederschappen, genootschappen en netwerken. Het unieke van de rederijkers ligt dan ook niet in hun organisatie, hun verwevenheid met de samenleving of hun economische positie, maar juist in hun literaire activiteiten. Dat Van Dixhoorn pas na meer dan 130 pagina’s het eerste rederijkersgedicht citeert, is dan op zijn minst opmerkelijk.

Slechts zeer oppervlakkig besteedt van Dixhoorn aandacht aan de genres waarin de rederijkers schreven. Hoe hun veranderende positie in de samenleving, het humanisme en de Reformatie genres en stijl beïnvloedden, blijft geheel onbesproken. Wel besteedt hij uitgebreid aandacht aan de rol die de rederijkers speelden in de ontwikkeling van het Nederlands als cultuur- en wetenschapstaal en aan het functioneren van rederijkerskamers als plaatsen om te leren en op te klimmen in de samenleving.

Van Dixhoorn weet veel aspecten van de rederijkerij voor het voetlicht te halen, zoals de grootte, samenstelling en verspreiding van rederijkerskamers en hun positie ten opzichte van kerk en overheid, hun competitieve instelling en hun organisatiestructuren. Ook hun betrokkenheid bij de wetenschappelijke wereld, de politiek en de grote religieuze ontwikkelingen van hun tijd komen aan bod.

Al met al is ”Lustige geesten” een boeiend boek, waarin een schat aan informatie over de rederijkers overzichtelijk bij elkaar is gebracht en is geanalyseerd. Het is een degelijk wetenschappelijk werk over de sociale en economische geschiedenis van een literaire beweging. Het zou zelfs een geweldig boek kunnen zijn, maar dan is er een tweede deel nodig. Daarin zou dan ook uitgebreid aandacht kunnen worden besteed aan dat wat deze broederschap tot rederijkers maakte, namelijk hun retorische en literaire werken.

Lustige geesten. Rederijkers in de Noordelijke Nederlanden (1480-1650), Arjan van Dixhoorn;uitg. Amsterdam University Press, 2009; ISBN 978 90 8964 104 5; 441 blz.; € 39,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer