In 2002 dronk 41 procent van de jongeren tussen de 15 en 25 jaar regelmatig alcohol. In 2001 was dat nog 45 procent. Het aantal glazen dat jongeren gemiddeld per week drinken is gedaald van 10,1 in 2001 naar 7,7 in 2002. De groep overmatig drinkende jongeren (meer dan 21 glazen per week voor jongens en 14 voor meisjes) is eveneens kleiner geworden. In 2000 behoorde nog 23 procent daartoe. Vorig jaar was dat 10 procent.

Het drinkgedrag van jongeren verandert ook als het gaat om de keuze voor drankjes. Minder jongens drinken op uitgaansavonden bier (van 79 procent in 2001 naar 71 procent in 2002) of wijn (van 7 procent in 2001 naar 4 procent in 2002). Meer meisjes zijn fris gaan drinken (van 56 procent in 2001 naar 62 procent in 2002). De consumptie van alcoholhoudende mixdrankjes is gelijk gebleven (54 procent).

Het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ), de opdrachtgever van het NIPO-onderzoek, denkt dat jongeren per saldo minder zijn gaan drinken omdat drank duurder is geworden en omdat zij door de economische recessie minder geld te besteden hebben. De verhoging van de accijns op bier met 8,8 procent heeft geleid tot een omzetdaling van de bierverkoop met 2,5 procent.

Ook lijken jongeren zich meer bewust van de negatieve gevolgen van overmatig drankgebruik. Dat blijkt niet alleen uit het groeiende draagvlak voor de alcoholmatigingscampagne van het NIGZ, maar ook uit hun groeiende bewustzijn van de negatieve gevolgen.

Ook de door het ministerie van Verkeer en Waterstaat gelanceerde Bob-campagne blijkt door het publiek goed ontvangen.

Tot slot wijst het NIZG erop dat overmatig alcoholgebruik van jongeren vorig jaar sterker in de aandacht is komen te staan bij zowel de massamedia als de nationale en plaatselijke politiek.

Het aantal steden dat specifiek lokaal alcoholbeleid heeft ontwikkeld of dat daarmee bezig is, groeit. De weerstand tegen lokale misstanden neemt toe, zowel bij lokale partijen als bij landelijke organisaties. De vele aandacht daarvoor in de media draagt er volgens het NIZG mogelijk toe bij dat jongeren beseffen dat overmatig alcohol drinken niet iets is om trots op te zijn.

In een brief aan de vaste kamercommissie voor vws pleit het NIGZ voor erkenning van de trendbreuk in het drinkgedrag van jongeren door het driesporenbeleid rond alcoholmatiging fors te verstevigen. Het gaat hierbij om een landelijk regulerend en beperkend beleid in combinatie met een continu lopende voorlichtingscampgne en om lokaal beleid van gemeenten dat zowel preventief als regulerend is.