Canadezen zingen Wilhelmus in Kampen
Het Nederlandse volkslied, gezongen door Canadese scholieren. Het Timothy Christian School Choir presteerde het donderdagmiddag op de Pieter Zandt in Kampen. „De guys en girls weten totaal niet wat ze zingen.”
De aula van de Kamper scholengemeenschap stroomt vol. Op het podium staat het schoolkoor uit Chilliwack, British Columbia, negen uur vliegen van Nederland. Geruis en gedruis alom. Totdat het Canadese koor het eerste akkoord van ”King all glorious” inzet. Het wordt onmiddellijk muisstil.De vijftig jongens en meiden –dinsdag in Holland aangekomen en sommigen nog vechtend tegen de jetlag– trakteren hun leeftijdgenoten aan de andere kant van de plas op een kort, maar krachtig lunchconcert. Dirigente Janna Maljaars, in Canada geboren en getrouwd met een Zeeuwse man, zwaait beheerst. Geen grootse gebaren, maar zingen doen haar pupils, begeleid door de van oorsprong Barneveldse pianist Anthony Koster, wél.
Het koor, zo’n vijftig man, grossiert in evergreens. Op programma staan ook in refokring bekende nummers als ”The Lord is my Sheperd”, ”In His love” en ”Amacing grace”. De sopranen zingen loepzuiver de hoge g, bij de boys loopt het soms wat minder gesmeerd. Dat probleem –de baard in de keel– is aan tijd noch plaats gebonden. Extra excuus: ook de vleugel laat valse tonen horen.
Na elk stuk gaan de handen van het Pieter Zandtpubliek enthousiast op elkaar. Met het ”Wilhelmus” als toegift kan de sfeer niet meer stuk. De Canadezen zingen de eerste regel alleen, maar krijgen snel assistentie van het Kamper publiek. De zaal gaat er zelfs bij staan. Dirigente Maljaars glimlacht van oor tot oor. Lastige woorden heeft dat Hollandse volkslied, beaamt ze na afloop. „De guys en girls weten totaal niet wat ze zingen.”
Hoe de Canadezen het vinden in Nederland? Jodene Les (15): „Jullie eten veel brood en drinken veel thee. Klein land, alles staat dicht op elkaar.” Damian van Woerden, ook 15, knikt: „Ons huis in Canada is net zo groot als drie huizen hier.”
Ze hebben hard geoefend om met het koor mee te mogen. „Vanaf september elke week een repetitie.” Damians grootouders hebben zijn ticket betaald. „De rest van het geld heb ik verdiend met het verkopen van etenswaren.” De Canadees vindt het geweldig om in Holland te zijn. „Ik ga m’n vrienden vertellen dat ze ook een keer hier naartoe moeten.”
Het is de tweede keer dat het Timothy Christian School Choir de Pieter Zandt bezoekt. „Negen jaar geleden was hier ook een groep koorleden”, vertelt Henk Ouwendijk, leraar en voorzitter van de commissie internationalisering van de Kamper school. „De meeste leerlingen hebben Hollandse wortels. Het is leuk en interessant voor ze om te zien waar hun voorouders vandaan komen.”
Het bezoek is mede het gevolg van een uitwisselingsprogramma. Ouwendijk: „Elk jaar gaan er zestien leerlingen van onze school naar Canada en komen er leerlingen vanuit Canada hier naartoe. Ze worden ondergedompeld in elkaars taal en cultuur.”
Vrijdagavond zingt het Canadese koor samen met het schoolkoor van de Pieter Zandt in Genemuiden. Zaterdagavond staat er een optreden gepland in Houten en volgende week in de Sint Jan in Gouda.
Het schoolkoor wisselt elk jaar van samenstelling. Of het moeilijk is steeds nieuwe leden te vinden? Maljaars, beslist: „Not at all. Zelfs jongens komen graag naar koor. En zo’n trip naar Holland is natuurlijk helemaal geweldig. Onze school in Chilliwack ligt geïsoleerd. De eerstvolgende reformatorische school is 1200 kilometer verderop: Calvin Christian School in Monarch. Onze leerlingen hebben daardoor nauwelijks contacten met leeftijdgenoten op andere scholen.”
Terwijl de aula weer leegstroomt, scanderen drie Pieter Zandtjongens: „We want more.” Een docent maakt duidelijk dat het hoog tijd is naar de les te gaan. „We want more”, schalt het opnieuw. Of de mannenbroeders ook op een koor zitten? „Ik ga er naar toe”, zegt een van de drie. „Naar Hallelujah, hét Urker mannenkoor.”