„Deeltijd–WW nodig voor jonge bouwvakker”
WOERDEN (ANP) – De bouw heeft de deeltijd–WW hard nodig om de instroom van jongeren nog een beetje op peil te houden. Die is al met 40 procent teruggelopen en dreigt nog verder weg te zakken als de regeling voor deeltijd–WW niet wordt verlengd.
Dat zegt voorzitter John Kerstens van FNV Bouw. Het is steeds moeilijker leerwerkplekken te vinden voor jongeren die een toekomst willen in de bouw. Die jongeren gaan een dag in de week naar school en werken vier dagen om het vak in de praktijk onder de knie te krijgen. Zij zijn in dienst van een van de 74 opleidingsbedrijven in het land. Die detacheren hen bij bouwbedrijven.„Maar het gebeurt steeds vaker dat bouwbedrijven de jongeren terugsturen naar het opleidingsbedrijf omdat zij geen werk meer hebben", zegt Kerstens. De opleidingsbedrijven houden hen wel aan het werk in de praktijkwerkplaatsen, zodat zij verder kunnen met hun opleiding. Maar dat kost wel geld. „De loonkosten lopen door, terwijl de opleidingsbedrijven de vergoeding mislopen die zij voor een gedetacheerde leerling krijgen". Als te veel jongeren worden teruggestuurd, kunnen de bedrijven hen niet meer in dienst houden.
Er zijn al enkele opleidingsbedrijven die deeltijd–WW voor leerlingen hebben aangevraagd en gekregen, aldus de vakbondsbestuurder. Werkgevers en bonden in de bouw hebben samen goede afspraken gemaakt over deeltijd–WW. Zo mag de opleiding er niet langer door gaan duren. Bovendien gaat de pensioenopbouw van de jongeren in deeltijd–WW door en krijgen zij hun loon tot 100 procent aangevuld. Per bedrijf wordt gekeken of een aanvraag voor deeltijd–WW terecht is.
Maar de regeling loopt in april af, terwijl volgens Kerstens de crisis in de bouw zijn dieptepunt nog niet heeft bereikt. Hij doet dan ook een dringend beroep op de politiek de deeltijd–WW te verlengen. Wanneer de economie weer aantrekt, heeft de bouw goedopgeleide vaklieden hard nodig. Daarom hebben werkgevers en bonden in de bouw vorig jaar al besloten 64 miljoen euro te steken in werving van jongeren en in opleiding van personeel. Samen met gemeenten hebben zij bovendien afgesproken duizend extra leerwerkplekken te creëren. Zonder die maatregelen zou de instroom van jongeren nog sterker zijn gedaald, meent Kerstens.