Christus in de ziel
Een ziel die door Christus in bezit is genomen, aanbidt en verwondert zich. Zij roept het uit: „Ik ben voldaan. Ik heb genoeg. De parel is gevonden. De Voortreffelijkste uit tienduizend is de mijne. Christus is als de zon die alle sterren verduistert. Nu heb ik liefde, vreugde, vrienden, alles in Christus. Dit is Christus, naar wie ik uitkeek, naar Wie ik verlangde. Ik zie en vind in Hem een grote liefde Gods.”Christus is niet alleen maar een naam. Wanneer Hij een ziel binnenkomt, komt ook Zijn kracht in de ziel. Christus en Zijn Geest komen er samen wonen.
Een zilversmid gebruikt het vuur om metaal te smelten en het schuim af te scheiden, om zodoende het zilver bruikbaar te maken. Nu, de ziel van een mens is een verdorven vat. Als Christus daarin komt, reinigt, zuivert en heiligt Hij om de ziel bruikbaar te maken en er Zijn evenbeeld in uit te drukken.
Dan, ja dan bent u bekwaam om uw God lief te hebben, om de zonden te haten, de wereld te overwinnen, te bidden, nederig en ootmoedig te leven. Wanneer Christus bezit neemt van een ziel, richt Hij Zijn troon in het hart op en regeert Hij daar alleen. De ziel is dan gewillig en gehoorzaam. De wil van Gods kind richt zich geheel naar de wil van zijn Zaligmaker.
„O”, zegt zo’n ziel, „ik heb nog niet genoeg van Christus.” Paulus zegt: „…of ik Hem ook grijpen mocht.”
Obadias Sedgwich, predikant te Londen (De rijkdom der genade, 1676)