Kerk & religie

„Van concrete godsbeelden word ik nerveus”

Anil Ramdas, columnist voor NRC Handelsblad, vindt het niet erg als iemand gelovig is. „Ik zal daar niemand mee om zijn oren slaan. Maar de onnatuurlijke ernst die sommige gelovigen uitstralen, daar kan ik niet goed tegen.”

Kerkredactie
4 March 2010 08:11Gewijzigd op 14 November 2020 10:00
Anil Ramdas, columnist voor NRC Handelsblad, vindt het niet erg als iemand gelovig is. „Ik zal daar niemand mee om zijn oren slaan. Maar de onnatuurlijke ernst die sommige gelovigen uitstralen, daar kan ik niet goed tegen.” Foto Paul Dijkstra
Anil Ramdas, columnist voor NRC Handelsblad, vindt het niet erg als iemand gelovig is. „Ik zal daar niemand mee om zijn oren slaan. Maar de onnatuurlijke ernst die sommige gelovigen uitstralen, daar kan ik niet goed tegen.” Foto Paul Dijkstra

Op uitnodiging van de faculteit godgeleerdheid en godsdienstwetenschap van de Rijksuniversiteit Groningen sprak Ramdas woensdag de jaarlijkse publiekslezing uit.Het thema van zijn lezing was ”Het Nederlandse religieuze landschap”, dit naar aanleiding van zijn rubriek ”Hemel & Aarde” in NRC Handelsblad. Hierin doet Ramdas elke twee weken verslag van een bezoek aan een geloofsgemeenschap in Nederland. Deze week was dat bijvoorbeeld de samenwerkingsgemeente van de christelijke gereformeerde kerk, de Nederlandse gereformeerde kerk en gereformeerde kerk vrijgemaakt in Deventer, die bijeenkomt in het Etty Hillesum Lyceum. „In deze ruimte zullen ze het door de week over andere dingen hebben: over Descartes, Pythagoras, er zal gegoogeld worden en getwitterd. Maar nu buigt men even voor de Heer.”

Woensdag in Groningen maakte hij een spirituele rondreis langs de meest uiteenlopende religieuze bijeenkomsten, variërend van een uitbundig hindoefeest in Schiedam, een bezinningsmoment in een boeddhistisch klooster, een meditatie in een verpleeghuis voor dementerende ouderen en een dienst voor gebedsgenezing in Rotterdam.

Geloof behoort voor de NRC-columnist tot „de dingen die je niet hoeft te begrijpen.” Dat had hij al van zijn vader geleerd. „God is nu eenmaal ongrijpbaar. Hij gaat menselijke begrippen te boven. Je mag best zeggen dat God barmhartig is, maar we moeten wel beseffen dat deze God elk voorstellingsvermogen te boven gaat. Je kunt dus níéts over Hem zeggen, je kunt evengoed álles over Hem zeggen. Je kunt zeggen dat God de Schepper is, de Onderhouder, je kunt zeggen dat Hij gierig is, of aardig, of dat Hij genadig is, of juist genadeloos. Wie zal het weten? In wetenschappelijke zin zeg je dat Hij niet aan te wijzen is. Misschien is het dus het beste om God te laten voor Wie Hij is.”

Religie bepaalt voor velen het ritme van het leven, denkt Ramdas. „In een boeddhistisch klooster word je geacht om drie uur ’s nachts wakker te worden. Vanaf dat moment wordt er ieder uur gemediteerd. Wie dat niet op kan brengen, kan altijd nog om straffende stokslagen vragen. Maar het ritme in een klooster bepaalt de inhoud van het leven. Men mediteert, eet, drinkt, voert de duiven, bidt en dankt. Alles behoort tot de ceremonie van het leven.”

Hij bezocht ook een kerkdienst in een verpleeghuis in Hoogvliet. „Toen die oude mensen uit volle borst gingen zingen: „Looft de Heer’, want Hij is goed”, wist ik zeker dat die mensen op dat moment gelukkig waren.”

Ramdas onderscheidt twee soorten godsbeelden: een concreet en een abstract godsbeeld. „Van dat concrete word ik heel zenuwachtig.”

Als illustratie daarvan noemde hij de aardbeving op Haïti. „Als gelovige mensen zeggen dat die ramp de toorn van God was, of dat die aardbeving ontstond doordat er niet genoeg gebeden was, dat het dus eigen schuld was, dan vind ik dat eng.”

Yme Kuiper (universitair hoofddocent in de godsdienstwetenschap) en Barbara Boudewijnse (docent antropologie) hielden een coreferaat.

Kuiper wilde wel eens weten vanuit welk perspectief Ramdas het religieuze landschap beschrijft. Observerend, of meer opiniërend? „Nergens in je stukjes lees ik iets over de comeback van religie. Mensen van nu zijn toch ongebonden spiritueel!”

Boudewijnse noemde de columns van Ramdas religieuze stillevens. „Maar wat is de context van al die stillevens? Waar eindigt het geloof, en waar begint theater? En waarom lopen de kerken leeg? We krijgen daar geen antwoord op.”

Ramdas gaf aan dat hij uitsluitend opschrijft wat hij ziet. „Ik heb niet voor alles een verklaring. Vaak moet ik zeggen: Geen idee. Maar ik wil ook nergens interpreteren. Ik heb geen verklaringen willen geven, geen trends willen beschrijven. Over toegenomen spiritualiteit heb ik dus als columnist geen mening.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer