Bromfietser remt zichzelf onderuit
Les 1: „Remmen en sturen moet je nooit tegelijk doen. Daar gebeuren heel veel ongelukken mee. Als je in een bocht je voorrem gebruikt, rem je jezelf onderuit.”
Het aantal ongelukken waarbij bromfietsers betrokken zijn, is de reden waarom er een praktijkexamen voor hen wordt ingevoerd. „Het was ook eigenlijk apart dat je zonder opleiding op zo’n ding mocht stappen”, zegt de Barneveldse rijschoolhouder P. de Groot. „Mensen werden 16, kochten een dure brommer en reden hem soms binnen korte tijd aan gort.”Voor De Groot (33) zijn de rijlessen voor bromfietsers die nu verplicht worden niet nieuw. „We zijn er in 2002 al mee begonnen. Elk kwartaal schreef de gemeente de jongeren die 16 werden aan met het aanbod van de 160 euro lesgeld 140 euro te vergoeden. Dat leek vooral veel ouders wel wat.”
De 16-jarigen vormen een aparte doelgroep. „Heel anders dan 18-jarigen. Zestienjarigen doen wat er in hen opkomt. Als je niet oplet, staan ze hun wiel in het gras rond te spinnen in plaats van te luisteren. Maar ik vind het een leuke groep om mee te werken; heerlijk spontaan.”
De Groot is een van de ruim 500 rijschoolhouders die de bromfietslessen geven. „Lang niet alle instructeurs vinden het leuk om op een brommer achter een leskandidaat aan te rijden. Ik wel; ’k heb liever twee wielen onder me dan vier. In ruim zeven jaar tijd hebben we bijna duizend bromfietsleerlingen gehad: een collega geeft hun theorie, ik doe de praktijk.”
De lessen werden in groepen van vijf tot acht personen gegeven. „Dat mogen er voortaan maximaal vier zijn, maar wij kiezen voor groepjes van twee: om onder de 400 euro te blijven, wordt het aantal uren teruggebracht van acht naar amper vijf; dat vraagt intensievere begeleiding. De overheid riep een bedrag en heeft ons daarmee wel een beetje in de hoek gedrukt: we moeten het daar maar voor doen en er ons programma op aanpassen.”
De Groot is goed te spreken over de eisen voor het nieuwe examen. „Het accent verschuift: minder voertuigbeheersing, meer veiligheid. Niet meer de nadruk op leren uitwijken en een noodstop maken, maar op preventie: het onderkennen van risico’s en het voorkomen van gevaarlijke situaties. Dat is ook wel goed: als je uitwijken en remmen zo goed aanleert, gaan de jongeren dat alleen maar uitproberen.”
Op de rijbaan
Sinds 1999 moeten brommers in de bebouwde kom op de rijbaan. Dat heeft het aantal ongevallen sterk doen dalen. „Ze zijn daar de kleinste weggebruiker en gedragen zich heel anders dan op een vrijliggend fietspad. Ze mogen in de bebouwde kom nu 45 en rijden daardoor maar weinig langzamer dan het autoverkeer.”
Buiten de bebouwde kom is 40 het maximum en moeten de bromfietsen wel op het fietspad. „Daar gebeuren de meeste ongelukken: afslaand verkeer dat een bromfiets ondersteboven rijdt of een auto die uit een zijweg komt, het fietspad niet ziet en daardoor geen voorrang geeft aan de bromfietser.”
Wie een autorijbewijs heeft, mag op een bromfiets rijden zonder er examen voor te doen. „De overheid gaat ervan uit dat die mensen voldoende ervaring hebben. Toch is rijden echt heel anders dan wanneer je vier wielen onder je hebt. Een brommer is een evenwichtsvoertuig.”
Bromfietslessen kunnen een opstapje zijn naar het motorrijbewijs. „Ik denk dat er op den duur een licht motorrijbewijs komt waarmee je overal mag rijden, behalve op de snelweg. Dat lost meteen het probleem van de opgevoerde brommers op.”