Pindakaas taboe
In haar nieuwste prentenboek laat Willeke Brouwer zien dat een kind met een allergie heel gewoon is, maar wel tegen dingen aanloopt. Het boek is om nog een reden bijzonder: voor het eerst nam de illustrator ook de tekst voor haar rekening.
Lotte is boos. „Egt heel SUPER!! versgrikkeluk BOOS!” schrijft ze in haar dagboek. Haar vriendin heeft een poes en zij mag er geen. Want het meisje kampt met allergie en astma en moet altijd medicijnen innemen. Gelukkig mag Lotte met opa naar de dierentuin en krijgt ze een knuffeltijger – oftewel: een „hele grote poes.”De auteur putte voor dit boek uit haar ervaringen met dochter Lotte, die inmiddels vijftien jaar is. In die tijd was ze altijd op zoek naar boekjes over allergie, nu neemt ze zelf het heft in handen. „Ik ben het gewoon maar eens gaan doen.”
Geen slechte keus, want Brouwer heeft met Lotte een karakter met pit neergezet, dat in aansprekende details wordt beschreven. „Ze vindt alles leuk wat gek is”, gaat „van melk (…) krabben” en krijgt „dunne poep.” Een zin als „Ik moet naar de dierentuin en ontbijten en mijn tas inpakken en zalven en puffen”, laat zien hoe de allergie met het leven van het meisje is verweven.
Achter in het boek staat informatie over allergie, maar ook op vrijwel elke pagina komt Lottes overgevoeligheid om de hoek kijken. Van een verbaasd vriendinnetje, dat op tafel pindakaas mist, tot Lotte die zich afvraagt of de niesende olifant soms allergisch is. Ook valt Lotte een keer van de schommel. De auteur maakte dat zelf mee bij haar dochter. „Hoe kan dat, dachten we, ze is toch best handig. Heeft ze misschien een black-out? Tot we erachter kwamen dat ze jeuk had, met beide handjes krabde en dus viel.”
De nare elementen zitten vooral in de –door Lotte geschreven– dagboekfragmenten die verspreid in het boek staan. „Ik hoop dat het verhaal daardoor vrolijk blijft”, zegt Brouwer. „De dagboekstukjes zou je bijvoorbeeld pas kunnen lezen als het kind ouder is.” In de rest van het verhaal is het aandeel allergie „bewust klein” gehouden. Tussen de spullen die rond Lottes bed slingeren, liggen bijvoorbeeld ook zalf en een pufje. „Kinderen met allergie herkennen dat, andere kinderen kijken daar vermoedelijk overheen.”
In het voorwoord, door Tineke Timmermans van Stichting het Nederlands Anafylaxis Netwerk, staat dat het boek geschikt is voor kinderen van zes tot negen jaar. Omdat sommige negenjarige jongens niet meer zo graag over meisjes lezen, gaf Brouwer Lotte stoere trekjes. „Ik had er best een jongen van kunnen maken, als ik meisjes niet zo leuk had gevonden om te tekenen.”
Mogelijk gaat Brouwer verder op het schrijverspad. „Ik heb ook een kind met asperger”, zegt ze. „Daar zou ik ook wel over willen schrijven. Maar samenwerken met auteurs blijft leuk. Het is gezellig, en je kunt samen brainstormen.”
Een tijger voor Lotte, Willeke Brouwer;uitg. Columbus, Heerenveen, 2010; ISBN 978 90 8543 112 1; 40 blz.: € 11,50.
„Ze snapte het direct”
„Hé, dat heb ik ook”, zei Janine (bijna 6) uit Alblasserdam, toen ze las dat Lotte dunne ontlasting krijgt als ze melk drinkt. „Ik zag aan haar gezicht dat sommige dingen haar bekend voorkwamen”, zegt Janines moeder, Berthe Verheij. „Bij de passage waarin Lotte een ijsje koopt, vroeg ik tegen welk probleem Lotte zou aanlopen. „Dat er melk in het ijs zit”, zei ze.”
Janine –ze begint over haar voedselallergie heen te groeien– begreep niet waarom Lotte geen poes mag en waarom ze gaat hoesten na een kussengevecht. Haar moeder: „Dat is hier niet aan de orde. De rest, alles wat met voeding heeft te maken, snapte ze direct. Maar de pinguïns die Lotte in de dierentuin ziet, vond ze minstens zo interessant.”
Verheij zou het boek, dat ze „speels” van opzet noemt, zeker kopen. „Er is haast niks over allergie.” Daarom schreef zij zelf ook een boekje voor kinderen over dit thema: ”Mirt mag geen melk”, dat in september verschijnt. Het boekje is bedoeld voor beginnende lezers.