Frankrijk overtreedt begrotingsnorm
Het begrotingstekort in Frankrijk is vorig jaar gestegen tot 3,1 procent. Dat betekent een overtreding van de budgettaire regels binnen de eurozone. De economische groei in dat gebied zal in 2003 waarschijnlijk niet meer bedragen dan 1 procent.
Volgens de afspraken uit het stabiliteitspact, die erop gericht zijn de koers van de gemeenschappelijke munt te ondersteunen, mag het verschil tussen de uitgaven en de inkomsten van de overheid de 3,0 procent van het bruto binnenlands product (bbp) niet overschrijden. Bij een blijvende ontsporing volgt voor de betrokken regering een forse boete.
De Europese Commissie heeft ten aanzien van Frankrijk een eerste stap gezet in die richting. Zij stelt de procedure voor wat heet een buitensporig tekort in werking, zo kondigde zij maandag aan. Het laatste woord over het ondernemen van actie op dit punt hebben de EU-bewindslieden van Financiën. Zij zullen in juni een rapport van de Commissie bespreken met een analyse en met wellicht een voorstel tot dwingende aanbevelingen om het tij te keren.
Parijs zelf had over 2002 een negatief saldo gemeld van 3,0 procent, maar Brussel constateert dat in die berekening ten onrechte een kapitaaldotatie aan een staatsbedrijf dat de spoorweginfrastructuur beheert buiten beschouwing is gelaten. Minister van Financiën Mer heeft al eerder gezegd dat het tekort dit jaar verder zal oplopen, tot zo’n 3,4 procent. De huidige plannen voorzien voor 2004 een omslag, met een reductie tot beneden het toegestane maximum.
Frankrijk is de derde lidstaat van de Unie die te maken krijgt met een strafprocedure in het kader van het stabiliteitsakkoord. Al eerder werden Portugal en Duitsland tot de orde geroepen. Onze oosterburen kampten in 2002 met een gat in de begroting van 3,6 procent van het bbp. In Portugal trad in die periode echter een aanzienlijke verbetering op, van 4,2 naar 2,7 procent.
Het gemiddelde tekort van de twaalf landen met de euro bedroeg 2,2 procent. In 2001 was er sprake van een niveau van 1,6 procent.
De spelregels van de monetaire unie bevatten ook een plafond voor de omvang van de overheidsschuld. Die mag de 60 procent van het bbp niet overtreffen of er dient in ieder geval een dalende lijn zichtbaar te zijn. Vijf lidstaten zitten boven het percentage van de norm. Italië spant de kroon met een schuld van 106,7 procent. België en Griekenland hebben een quote van eveneens boven de 100. Duitsland en Oostenrijk lieten in 2002 respectievelijk 60,8 en 67,9 procent aantekenen.
Een belangrijke oorzaak van de problemen in de sfeer van de overheidsfinanciën is de zwakke economische groei. De Europese Commissie zal in de voorjaarsprognose die zij in april publiceert de voorspelling voor de lopende twaalf maanden naar beneden aanpassen. In november ging zij voor de eurozone uit van een expansie van 1,8 procent. Een topambtenaar maakte maandag bekend dat thans wordt gedacht aan „rond de 1 procent.”
De spanningen in de kwestie Irak in de achterliggende tijd spelen daarbij een voorname rol. Onzekerheid over wat te gebeuren staat, tast het vertrouwen van producenten en consumenten aan en leidt daardoor tot minder investeringen en aankopen. Bovendien is de olieprijs fors gestegen.
De gevolgen van een militaire operatie zijn moeilijk in te schatten. Als de acties lang duren, kan dat de genoemde ongunstige ontwikkelingen versterken. Brussel wijst erop dat de economische situatie in Europa nu kwetsbaarder is dan vlak voor de eerste Golfoorlog.