Het gaat volgens voorzitter Lion Benjamins van de DSIA om elf boeren die sinds 2001 meer dan 2 miljoen dollar hebben uitgegeven aan een lang juridisch proces. Nederland sloot met Zimbabwe een zogeheten Investerings Beschermings Overeenkomst (IBO). Op grond daarvan stapte de DSIA naar het International Centre for the Settlement of Investment Disputes, dat gelieerd is aan de Wereldbank. Dat arbitragetribunaal stelde de investeerders in april vorig jaar al in het gelijk en veroordeelde Zimbabwe tot het betalen van schadevergoeding. Maar volgens Lion Benjamins is er nog steeds niets betaald.Inmiddels zou het bedrag waar Nederlandse investeerders recht op menen te hebben, zijn opgelopen tot een kleine 18 miljoen euro. Bovendien zouden nog eens in totaal twintig Nederlandse, Deense, Zweedse en Deense boeren dreigen naar het tribunaal te willen stappen.

Benjamins beseft dat er meer Nederlandse belangen in het geding zijn in Zimbabwe, maar volgens de Nederlandse regering is dat geen reden is om het niet voor de onteigende boeren op te nemen: „Het is in het belang van de wederopbouw van Zimbabwe om investeringen aan te trekken en opnieuw het vertrouwen te wekken bij de internationale gemeenschap dat Zimbabwe haar internationale verplichtingen naleeft en dat buitenlandse investeerders welkom zijn”, schreef de inmiddels opgestapte PvdA–staatssecretaris Heemskerk (Buitenlandse Handel) onlangs aan de Tweede Kamer .

In die brief staat ook dat Nederland in nauw overleg zal blijven met de gedupeerde investeerders. Volgens CDA–Tweede Kamerlid Ten Hoopen hoeft de DSIA niet bang te zijn dat hier door de val van het kabinet de klad in komt. „Dit houdt de aandacht en het is geen controversiële kwestie”, zegt hij.