Vuurwerkbranche wil helder beleid
De Vereniging Evenementenvuurwerk Nederland (VEN) wil vóór 1 april van staatssecretaris Van Geel van Milieu helderheid over de schaderegeling voor professionele vuurwerkbedrijven en over de aangewezen vuurwerkconcentratiegebieden.
„Als dat niet gebeurt, starten we een procedure”, zei voorzitter G. Wagenvoort van de VEN na zijn getuigenverhoor maandag voor het hof in Arnhem.
Wagenvoort werd gehoord in het hoger beroep tegen Rudi Bakker en Willie Pater, de directeuren van het Enschedese vuurwerkbedrijf SE Fireworks.
De overheid heeft na de vuurwerkramp op 13 mei 2000 in Enschede werk gemaakt van de vuurwerkopslag, maar volgens Wagenvoort is het er niet duidelijker op geworden.
De circa dertig professionele vuurwerkbedrijven moeten vóór maart volgend jaar op hun huidige locatie hun deuren sluiten. De alternatieven zijn verhuizen naar het buitenland of stoppen. De bedrijven komen in aanmerking voor een schaderegeling. De provincies die het beleid moeten uitvoeren, verwijten het ministerie van VROM daarin laksheid.
Eind vorig jaar zijn het Friese Kollumerwaard en het Brabantse Ulicoten aangewezen als vuurwerkconcentratiegebieden waar professioneel vuurwerk moet worden opgeslagen. „Maar of de bemoeienis van de overheid zich beperkt tot het aanwijzen of dat die ook het plaatsen van opslaggebouwen inhoudt, is niet bekend”, aldus Wagenvoort.
Wagenvoort verwacht niet dat alles is geregeld vóór maart 2004 en denkt daarom dat de nieuwe regels veel bedrijven de kop zullen kosten. Zelf heeft hij na zijn verhuizing nog geen schaderegeling van de overheid gezien.
Volgens een woordvoerder van het ministerie van VROM komt er een schriftelijke toezegging aan de provincies dat VROM financieel verantwoordelijk is voor de saneringskosten. Verder vindt het ministerie dat het nu aan de provincies, gemeenten en ondernemers is om tot de inrichting van de vuurwerkconcentratiegebieden te komen.