Kritiek kroonprins op prioriteiten waterforum
Door de Irak-crisis is er nauwelijks internationale aandacht voor de wereldwijde watercrisis, die deze week besproken wordt op het Wereld Water Forum in Japan.
Dat merkt ook kroonprins Willem-Alexander, als waterautoriteit drie dagen aanwezig op het forum. „Het is jammer dat het zo is gegaan. Toen dit waterforum werd georganiseerd, wisten we nog niet wat er nu aan de hand zou zijn in de wereld.”
Toch is de kroonprins ook niet helemaal tevreden met de discussies op het forum zelf, zei hij vandaag in een gesprek. Hij mist de gesprekken over de enorme watercrisis die de mondiale landbouw steeds meer in zijn greep houdt. „Ik ben natuurlijk niet bij alle sessies geweest, maar er wordt hier wel heel erg gekeken naar de millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties.”
Volgens die internationale afspraken moet het aantal mensen zonder toegang tot schoon drinkwater (nu 1,4 miljard) in 2015 gehalveerd zijn. Datzelfde geldt voor het aantal mensen zonder fatsoenlijke sanitatie (nu 2,4 miljard). „Die doelstellingen zijn toch vooral de verantwoordelijkheden van regeringen en de VN”, zegt Willem-Alexander. „Op het waterforum kunnen de discussies verdergaan en creatiever zijn, omdat ze niet bindend zijn.”
Die creatieve discussies zouden wat de prins betreft vooral over landbouw en voedsel moeten gaan, waar de grootste watercrisis zich voltrekt volgens het rapport No Water, No Future, dat Willem-Alexander vorig jaar op de VN-top in Johannesburg presenteerde. „Aan irrigatie in de landbouw wordt immers 80 tot 90 procent van het water besteed.”
De grootste problemen onstaan in (veelal Afrikaanse) landen die nu al in crisis verkeren en nog een grote bevolkingsgroei voor de boeg hebben. Die landen moeten zich het begrip „more crop per drop” eigen maken, stelt de prins. „Dat moet zowel door een efficiëntere manier van werken als door educatie en milieubeleid. Onze kennisinstituten in Wageningen en Delft kunnen daar een grote rol bij spelen.”
Natuurlijk moet er ook kritisch gekeken worden naar de milleniumdoelstellingen, erkent de prins. Dagelijks moeten er dan 300.000 toiletten gebouwd worden en 250.000 mensen een schone drinkwatervoorziening krijgen. „Maar voor drinkwater is er genoeg water. Dit is daarom vooral een kwaliteits- en distributieprobleem dat moet worden opgelost met geld uit het bedrijfsleven. Dat kan niet anders.”
Willem-Alexander stal drie jaar geleden de show als voorzitter van het tweede waterforum in Den Haag. Sindsdien is er volgens hem „ontzettend veel” gebeurd. „Water staat nu bovenaan de politieke agenda. Dat was in Den Haag nog helemaal niet.” De kroonprins is het dan ook niet eens met critici die zeggen dat alle goedbedoelde waterconferenties meer papier dan actie opleveren. Voorbeelden te over van stappen vooruit, vindt hij.
„Groepen die elkaar niet kenden, zoals water-, voedsel- en milieuorganisaties spreken nu met elkaar en beginnen projecten”, voert de prins aan. Verder roemt hij de aanwezigheid van landbouw en industrie op het Japanse waterforum en prijst hij het recente rapport over (private) financiering van water.
Dat de waterwereld in beweging is en iedereen inmiddels spreekt van een watercrisis is niet in de laatste plaats een verdienste van de prins zelf, die de afgelopen drie jaar overal nog als ’watervoorzitter’ werd beschouwd. Toch is het hard vechten voor de aandacht in een turbulente wereld. „Het kost veel meer energie om het bovenaan de agenda te houden”, merkt Willem-Alexander.
Die energiekraan draait de prins niet dicht nu ook zijn officieuze periode als ’watervoorzitter’ erop zit. „Er is nog zoveel te doen. Ik blijf absoluut nationaal en internationaal nog een rol spelen.”