Daden van barmhartigheid in Darfur
Van het vredesakkoord dat deze week is gesloten tussen een groep rebellen en de Sudanese regering verwacht Leen van der Maas niet veel. „Ik hoop van harte dat het iets goeds uitwerkt. Maar bij het geweld zijn veel te veel partijen betrokken.”
Het gebied zit zozeer aan de grond dat alleen vrede de bevolking nog hoop kan geven, zegt Van der Maas, algemeen secretaris van het deputaatschap bijzondere noden van de Gereformeerde Gemeenten. En water. „Daar zit ook een Bijbels perspectief in, zodat ook in Darfur, naar Jesaja 35: de wildernis zal bloeien als een roos.”Samen met een ander lid van het deputaatschap stelde hij zich vorige maand op de hoogte van de situatie in Darfur. Een week reisde hij rond om de steun die bijzondere noden sinds 2004 aan Darfur verstrekt, te controleren. Via de Amerikaanse organisatie World Relief draagt het deputaatschap bij aan voedselverstrekking, verhoging van de kwaliteit van de gezondheidszorg en verbetering van levensomstandigheden door onderwijs in landbouwtechnieken zoals irrigatie.
Kogels
Van der Maas vloog eerst naar de hoofdstad Khartoem. Na de benodigde papieren te hebben gekregen –„anders kom je Darfur niet in”– vloog hij door naar de provinciestad Al-Junaynah, vlak bij de westgrens. Daar overnachtte hij in een ‘compound’, een barakkendorp waarbinnen verschillende hulporganisaties werken. „Het is heel bijzonder om te slapen in een kamp dat permanent wordt bewaakt. Om ons logeervertrek waren zandzakken gestapeld. Er gebeurde gelukkig niets, maar er moet altijd dekking zijn als de kogels rondvliegen.”
Dat doet wat met je, zegt hij. „Ik reis best veel en ben het gewend om onder primitieve omstandigheden te leven, bijvoorbeeld zonder douche en toilet. Maar het is heel wat als daar ook onveiligheid bij komt. Je bidt bewuster om bewaring.”
In Al-Junaynah lijkt de vrede nog gewaarborgd, aldus Van der Maas. „Je ziet militairen en blauwhelmen met veel vertoon door de stad rijden. Maar erbuiten wagen ze zich niet. En daar hebben rebellen vrij spel.”
Machtspolitiek
In konvooi reisde Van der Maas af naar twee dorpen om zich op de hoogte te stellen van het werk van World Relief. „Dat ging voorspoedig. Regeringsmilities hielden ons aan, maar we konden gewoon verder reizen. Wel voelde ik soms de dreiging van machtspolitiek.”
Op materieel en financieel vlak is de situatie nijpend, zag de algemeen secretaris. „Omdat veel inwoners opeengepakt leven in kampen, zijn er ontzettend veel kinderen. En al die monden moeten worden gevoed. Er heerst veel ondervoeding, zeker onder kinderen.”
De geldstroom vanuit Khartoem stagneert volgens hem bij de grenzen van de hoofdstad. „Sudan heeft het redelijk goed door zijn olievoorraden. Maar door corruptie blijft het platteland verstoken van steun.” Daarmee zit het land in een vicieuze cirkel. „Buitenlandse organisaties kunnen basisvoorzieningen niet structureel overnemen. Elk ontwikkelingsprogramma heeft pas succes bij voldoende steun uit de bevolking en als de overheid basisvoorwaarden schept.”
Graag zou bijzondere noden ook Woordverkondiging bij het werk willen betrekken, aldus Van der Maas. Daar gaat het deputaatschap zich op beraden. „Op dit moment laat de situatie het absoluut niet toe. Desondanks is het bijzonder dat een christelijke organisatie als World Relief door haar daden iets van Christus mag laten zien in een islamitisch gebied.”