’Geen reden voor paniek over longziekte in Nederland’
Professor A. Osterhaus van het Nationaal Influenza Centrum (NIC) ziet geen reden voor de Nederlanders om in paniek te raken over de a-typische longziekte Severe Acute Respiratory Syndrome (SARS). „Ik kan niet garanderen dat zij niet in Nederland zal voorkomen. Maar we hebben een goede infrastructuur om eventuele problemen het hoofd te bieden.”
Volgens Osterhaus is het nog onduidelijk hoe lang het zal duren voordat bekend is wat de oorzaak is van de ziekte. Het is zelfs niet duidelijk of het om een virus of een bacteriële infectie gaat. „Maar als het een bekend virus is, komen we er in een week uit”, stelt de viroloog.
Dat gebeurde een paar jaar geleden ook met een hele nieuwe infectie die vanuit de dierenwereld (vleermuizen) overstapte op de mens. Dat waren virusinfecties. „Nadat de internationale wetenschapsgemeenschap zich daar serieus op had gestort, duurde het een paar weken”, zegt Osterhaus. Het bleek toen te gaan om een heel nieuwe variant van een bekende virusgroep.
Dat uitbraken zoals de SARS worden veroorzaakt door een bacterie, komt niet zo vaak voor, vertelt Osterhaus. Maar hij houdt een slag om de arm en benadrukt dat hij als viroloog niet veel van bacteriën weet. „Het is niet onmogelijk. We hebben hier in Nederland toch ook de legionella gehad.”
Het feit dat de ziekte vooral toeslaat bij gezondheidswerkers, suggereert volgens Osterhaus dat intensief contact nodig is om besmet te raken. De Wereldgezondheidsraad neemt het zekere voor het onzekere en waarschuwt zowel voor mogelijke besmetting door inademen van iemands uitgeademde lucht, als voor besmetting via lichaamsvloeistoffen.
Osterhaus denkt dat er in Zuid-Oost Azië, waar de ziekte nu het hevigst toeslaat, nog geen goed epidemiologisch onderzoek is verricht. Het is ook nog niet duidelijk of alle gemelde gevallen de mysterieuze longziekte ook daadwerkelijk hebben. Er heerst nu ook een griep in dat gebied, zegt de viroloog.
Omdat niet bekend is wat de ziekte veroorzaakt, is het moeilijk om iets te zeggen over mogelijke medicatie. Er zijn gevallen bekend van mensen die met symptomen van de longziekte zijn opgenomen en inmiddels weer ontslagen zijn. Maar omdat de verwekker niet bekend is, kan niet met zekerheid gezegd worden of een patiënt SARS heeft en is dus ook niet duidelijk of een behandeling werkt tegen deze ziekte.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) meldt slechts dat behandeling met een breed spectrum aan antibiotica niet helpt en dat een patiënt wellicht is gestabiliseerd door toediening van het anti-virusmiddel ribavirin en steroïden.
Hoelang het duurt voordat de juiste medicatie of een vaccin beschikbaar is, valt niet te voorspellen. Als bestaande middelen werken, kan het snel gaan, stelt Osterhaus. Maar wanneer dat niet zo is, kan het jaren duren. Het ontwikkelen van nieuwe medicijnen neemt veel tijd in beslag, legt de viroloog uit. Dat geldt ook voor het ontwikkelen van een nieuw vaccin dat het krijgen van de ziekte voorkomt.