Brussel wil IJsland er graag bij in EU
De Europese Commissie wil IJsland graag erbij hebben. „Toetreding tot de EU maakt de Unie niet alleen groter, maar ook sterker”, benadrukt Eurocommissaris Stefan Füle (Uitbreiding).
Hij presenteerde woensdag een analyse van hoe de minirepubliek er voorstaat. Die werd uitgevoerd nadat de regering in Reykjavik afgelopen zomer de aanvraag voor het lidmaatschap indiende. Het pakt gunstig uit: een stabiele democratie, een solide rechtssysteem en een goed functionerende markteconomie, al verkeren met name de openbare financiën als gevolg van de kredietcrisis in slechte conditie.Füle beveelt aan om spoedig de voorbereidende onderhandelingen te beginnen. En die hoeven wat hem betreft geen jaren te duren. Het is nu aan de huidige lidstaten om te beslissen of dat overleg inderdaad van start gaat en, zo ja, wanneer.
In de rangorde bungelt IJsland straks helemaal onderaan. Ruim 300.000 inwoners, slechts 0,06 procent van de totale EU-bevolking. Maar dat weegt voor Füle niet het zwaarst. De Tsjech juicht toe dat er niet alleen expansie plaatsvindt in het zuidoosten, met kandidaat-leden zoals Turkije, Kroatië en Macedonië, maar ook in het noordwesten.
Hij spreekt van „een strategisch belang in de Atlantische zone.” Er is immers toenemende interesse voor het nabije poolgebied, dat in de toekomst mogelijk heel belangrijk zal zijn, bijvoorbeeld in verband met de winning van grondstoffen uit de bodem daar.
IJsland bezit een voorsprong op andere potentiële toetreders. Door deelname aan de Europese Economische Ruimte (EER) participeert het in de interne markt en voorts behoort het tot het Schengengebied. Het beschikt daardoor over een speciale relatie met de EU en het heeft veel van de gemeenschappelijke regels van de Unie al verwerkt in de eigen nationale wetgeving.
Hetzelfde gold voor Finland en Oostenrijk toen zij in de jaren negentig aansluiting zochten. Füle herinnerde eraan dat het beraad met die landen slechts veertien maanden vergde. Een entree van IJsland in 2013, misschien gelijk met Kroatië, mag een realistische optie heten.
De cruciale vraag lijkt of uiteindelijk de IJslanders zelf de overstap wel begeren. Weliswaar besloten regering en parlement tot toenadering, maar onder de burgers ligt het minder duidelijk en zij hebben te zijner tijd via een referendum het laatste woord.
Aanvankelijk na het uitbreken van de kredietcrisis beseften zij dat ze onder de paraplu van de EU en de euro beter af zouden zijn geweest. Later, door de nasleep van de ondergang van Icesave, begon het sentiment te kantelen. IJsland staat dik in het krijt bij Nederland en Groot-Brittannië. Het moet de door de overheden daar voorgeschoten schadeloosstelling voor de spaarders bij de failliete bank terugbetalen. Dat betekent voorlopig zware lasten en dat brengt de eilandbewoners aan het twijfelen.