Bij de rebellen gaat het om aanhangers van de JEM (Rechtvaardigheids– en Gelijkheidsbeweging) uit de westelijke regio Darfur. Zij vochten zeven jaar tegen de regering. De groep die vrijkwam, zou in 2008 betrokken zijn geweest bij een aanval op de Sudanese hoofdstad Khartoem. In totaal zaten meer dan honderd JEM–rebellen vast, van wie de meesten ter dood veroordeeld waren. Een aantal van hen is al geëxecuteerd. De rest van de JEM–rebellen komt vrij als de vredesonderhandelingen tussen de regering en de JEM worden voortgezet.Terwijl de gevangenen het cellencomplex verlieten, verklaarde president Omar Hassan al–Bashir dat de oorlog in Darfur voorbij is. „Het is nu vrede in Darfur”. Veel inwoners van de regio, waar een burgeroorlog aan ongeveer 300.000 mensen het leven kostte, verdenken Bashir ervan opdracht te hebben gegeven voor genocide in het gebied.

Door de Sudanese regering gesteunde Arabische milities brandden dorpen van Afrikaanse stammen plat en verjoegen, mishandelden, verkrachtten en doodden inwoners als wraak op de opstand. Bashir is door het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag aangeklaagd voor oorlogsmisdaden, maar loopt vooralsnog vrij rond.