Ze sprak voor ongeveer 300 Marokkaanse en Turkse deelnemers aan een kennismakingsdag die was georganiseerd door de Werkgroep Allochtone Studenten (WAS) in samenwerking met de Universiteit Maastricht (UM) en de Hogeschool Zuyd. De minister zei: „Je wilt als ouder het beste voor je kind. Als dat kind een talent heeft om te studeren, dan geef je je kind die kans.”

Van der Hoeven kreeg bijval van de Marokkaanse consul, L. Boutahar. Refererend aan de kwestie Irak zei hij: „De ontwikkelingen in de wereld boezemen ons angst in. We moeten bruggen slaan tussen culturen en daarom moeten ouders hun kinderen stimuleren om te gaan studeren. Daardoor participeren Marokkanen beter in de Nederlandse samenleving.”

De WAS had via e-mails aan scholen en moskeeën allochtone ouders opgeroepen om deel te nemen aan de kennismakingsdag. Met bussen vol kwamen ze zaterdag naar Maastricht vanuit Venlo, Weert, Roermond en Kerkrade. De bijeenkomst moest deze ouders over de streep trekken om hun kinderen hoger onderwijs te laten volgen.

De organisatie sprak na afloop van een succes. De vrees dat veel mensen na het officiële gedeelte met de minister hun biezen zouden pakken, werd niet bewaarheid. Veel ouders wilden met de minister op de foto, waardoor het programma behoorlijk uitliep.

Ongeveer 11 procent van de studenten in het hoger beroeps- en wetenschappelijke onderwijs bestaat momenteel uit niet-westerse allochtonen, tegenover slechts 1 procent tien jaar geleden. Vooral meisjes ondervinden echter veel tegenwerking door hun vaders om te gaan studeren, zo bleek zaterdag in Maastricht.

„Onze vaders vinden dat we gewoon moeten koken en kinderen baren”, zei een Marokkaanse studente van de Hotelschool in Maastricht. Een jonge Marokkaanse advocate moest voor haar rechtenstudie ’s nachts op haar duistere kamer bij het licht van een lantaarnpaal boeken lezen, omdat haar ouders die studie niet zagen zitten.

Tijdens een workshop lieten enkele oudere Marokkaanse vaders bij herhaling weten dat studeren volgens hen geen zin heeft. „Ook met diploma word je hier gediscrimineerd”, zei een van hen. „Je krijgt toch geen werk.”

Marokkaanse vrouwelijke studenten van de UM spraken dat tegen: „Het is precies omgekeerd. We krijgen juist extra hulp bij onze studie en bij het zoeken naar werk.”