Dertigjarig bestaan ‘Leuenberger’ gevierd
De Leuenberger Konkordie, de overeenkomst tussen calvinisten en lutheranen, bestaat dertig jaar. Dat is zondag gevierd met een kerkdienst in Wenen.
De theologische overeenkomst, die op 16 maart 1973 in Leuenberg bij Bazel werd gesloten, beoogde een eind te maken aan 450 jaar scheiding tussen protestantse kerken.
De 103 lidkerken van de Leuenberger gemeenschap erkennen elkaars wijding en ambten. De voorgangers plegen kanselruil en leden van de lidkerken kunnen aan elkaars avondmaalsviering deelnemen. Theologen betitelen het oecumenisch model van deze gemeenschap van kerken als „verscheidenheid in verzoende eenheid.”
In Nederland is de Leuenberger Konkordie omstreden bij het behoudende deel van de Nederlandse Hervormde Kerk.
Belangrijke verschilpunten tussen de kerken der Reformatie zijn: avondmaal, christologie en predestinatie. De Leuenberger stelt vast dat er op deze punten overeenstemming bestaat. De conclusie wordt getrokken dat de verwerpingen door de vaderen niet onjuist waren, maar dat deze de huidige leerverschillen niet raken. De verwerpingen zijn daarom geen hindernis voor kerkelijke gemeenschap.
Onder druk van hervormd-gereformeerden kreeg de ’Leuenberger’ een minder belangrijke plaats in de kerkorde van de nieuwe Protestantse Kerk in Nederland dan oorspronkelijk was bedoeld. In de kerkorde staat nu: „De kerk erkent met de Konkordie van Leuenberg dat de lutherse en gereformeerde tradities door een gemeenschappelijk verstaan van het Evangelie bijeenkomen.”
In een eerdere versie van de kerkorde stond nog dat de kerk de betekenis van de Konkordie van Leuenberg erkent voor de voortgaande ontmoeting van de lutherse en gereformeerde tradities.
In november 1973 heeft de hervormde synode de tekst van de konkordie met algemene stemmen aanvaard, hoewel het moderamen vond dat in de definitieve tekst de discussie in de synode eerder dat jaar onvoldoende was gehonoreerd. Het synodebestuur beklemtoonde dat de konkordie vooral uitgangspunt zou zijn voor verdere gesprekken.
Begin jaren zeventig stelde de toenmalige secretaris-generaal van de Hervormde Kerk, dr. R. J. Mooi, nog dat de Leuenberger Konkordie „geenszins het doel zou hebben om kerken samen te voegen en te laten fuseren tot een soort algemene reformatorische kerk in Europa.”