Met tunnelvrees onder de Westerschelde door
Motoragent Dirk Hage kan zich wel voorstellen dat automobilisten tijdens de 6,6 kilometer lange rit door de geboorde buizen onder de Westerschelde last krijgen van tunnelvrees. „Het is een diep gat waar je doorheen moet”, zegt hij.
Aan de aanhoudende kritiek op de veiligheid van de Westerscheldetunnel, die vrijdag door koningin Beatrix werd geopend, doet hij echter niet mee. „Alles is dik voor elkaar.”
Enkele uren voor de officiële openingshandeling door de Koningin reed Dirk Hage, brigadier bij de motorpolitie in Zeeland, voor het eerst op het asfalt onder de Westerschelde door. Eerst via de westbuis van Ellewoutsdijk naar Terneuzen, daarna rechtsomkeert via de oostelijke koker. Binnen twintig minuten was de motoragent heen en weer. Een schijntje vergeleken bij de reistijd die hij met het veer kwijt zou zijn.
„Een mooie ervaring”, zegt Hage over zijn rit door de langst geboorde tunnel van Nederland. „Het voelt geweldig om door zo’n wereldwonder heen te rijden. Wat mij opvalt, is dat het verval groter is dan ik had gedacht. Je gaat diep naar beneden. De tunnel is bovendien voor je gevoel erg lang. Onderweg zie je geen eindpunt. Je ziet alleen maar de lichtjes aan de wanden bij elkaar komen.”
Hage zegt er niet van op te zullen kijken als tunnelgebruikers de handen niet droog kunnen houden wanneer ze door de betonnen buizen gaan. „Zeker voor mensen die last hebben van claustrofobie lijkt het me geen pretje. Zij zullen in het begin moeten wennen.”
Volgens ir. W. van den Brink, als veiligheidsadviseur betrokken bij het onderhoud van de Westerscheldetunnel, is tunnelvrees een probleem dat vooral tussen de oren zit. „Niemand hoeft bang te zijn”, zegt hij. Ook de Terneuzense wethouder P. Hamelink denkt er zo over. „De tunnel is de veiligste van Europa”, zegt hij.
Hamelink was gisteren een van de 900 gasten die bij de ingebruikname van de Westerscheldetunnel aanwezig waren. Om ongeveer drie uur gaf koningin Beatrix, gekleed in een lange antraciete mantel, een druk op een rode knop, waardoor de buis met een spectaculaire lichtshow werd geopend.
Tijdens het openingsfeest -dat vooral een onderonsje was tussen politici, ambtenaren en tunnelbouwers- werden de makers van „het technisch wonder van Zeeland” uitbundig geroemd. „Fantastisch dat we deze dag als Zeeuwen mogen beleven”, jubelde gedeputeerde ing. J. I. Hennekeij, die zich de afgelopen jaren een onvermoeibare strijder voor de tunnel heeft getoond.
Van kritiek op de veiligheid van de Westerscheldetunnel wilden de politici liever niet weten. Opmerkingen in die richting werden met kracht van de hand gewezen. „Wees ervan verzekerd dat in Nederland geen onveilige tunnel wordt gebouwd”, aldus europarlementariër H. Maij-Weggen, die destijds als minister van Verkeer en Waterstaat een stevige impuls gaf voor het project. „Deze tunnel voldoet aan de strengste eisen.”
Maar de kritiek blijkt hardnekkig te zijn en bleef ook vrijdag rondzingen, even vrolijk als het speciale loflied op de tunnel, dat ten gehore werd gebracht door het zangduo Ferry en Marleen. Het zicht in de kokers zou onvoldoende zijn, de rijstroken te smal en de hulpverlening onvoldoende uitgerust. Daags voor de opening had de inspecteur voor de gezondheidszorg ook al gezegd dat de veiligheidsplannen ondeugdelijk waren.
Vorige maand gaven de brandweercommandanten van Terneuzen en Borsele aan dat koningin Beatrix de openingshandeling niet op het diepste punt van 60 meter onder Nieuw Amsterdams Peil mocht verrichten. De commandanten zeiden op die plek niet voor de veiligheid van de genodigden te kunnen instaan.
Ook de burgemeesters van de gemeenten Terneuzen en Borsele lieten zich vorig jaar sceptisch uit over de veiligheid. Gezamenlijk kondigden zij aan dat de tunnel direct na de opening zou worden gesloten als de financiering van de brandweer niet met hulp van het Rijk rond zou komen. De burgemeesters zagen weliswaar van hun voornemen af, maar tot op de dag van vandaag wordt over de kwestie overleg gevoerd.
Oud-minister A. Jorritsma was gisteren enigszins geïrriteerd, evenals gedeputeerde Hennekeij, over de negatieve opmerkingen. Jorritsma: „Laten we ermee ophouden. De veiligheid is goed.” Hennekeij: „Het is typisch Nederlands om alles wat mooi is en waarop we trots zijn, de grond in te boren. Ik erger me er wild aan. Veiligheid kun je nooit voor honderd procent garanderen. Wat niet wegneemt dat de tunnel tiptop is.”
Dat laatste kon de Zeeuwse commissaris van de Koningin, drs. W. T. van Gelder, voor de camera’s van televisieploegen alleen maar onderstrepen. Veelbetekenend voegde hij eraan toe: „Van de totale bouwkosten, 750 miljoen euro, is eenderde deel besteed aan veiligheid.” Het geld zit volgens Van Gelder in allerlei geavanceerde snufjes: temperatuursensoren die direct constateren wanneer het te warm wordt, een zichtmeetsysteem dat rookontwikkeling signaleert, camera’s die de snelheid van auto’s registreren, een radiosysteem waarmee de tunneloperator in geval van een calamiteit aanwijzingen doorgeeft aan de tunnelgebruikers.
Voor adviseur ir. Van den Brink is alle kritiek geneuzel achter de komma. „Om nu nog steeds te roepen dat de tunnel onveilig is, is gewoon dwaasheid.”