Politiek

De vaderlijke rol van gezinsminister Rouvoet

Dat een christelijk-gereformeerde gezinsminister maar weinig hoeft te doen om vooroordelen over zijn ministerschap te bevestigen, zal Rouvoet meer dan eens pijnlijk duidelijk zijn geworden. Op het oog onschuldige opmerkingen over de risico’s van laat moederschap, leverden hem het haast onuitwisbare stempel op vooral de minister voor Jeugd en Grote Gezinnen te zijn.

ANP
20 February 2010 09:10Gewijzigd op 14 November 2020 09:55
DEN HAAG - Vice-premier Rouvoet (l.) donderdagavond tijdens het begin van de derde termijn van het spoeddebat in de Tweede Kamer over de ontstane crisissituatie binnen het kabinet over Uruzgan. Rechts van hem premier Balkenende en minister Bos. Foto ANP
DEN HAAG - Vice-premier Rouvoet (l.) donderdagavond tijdens het begin van de derde termijn van het spoeddebat in de Tweede Kamer over de ontstane crisissituatie binnen het kabinet over Uruzgan. Rechts van hem premier Balkenende en minister Bos. Foto ANP

De minister voor Jeugd en Gezin, want zo heette het ministerschap van de ChristenUnie-voorman echt, werd niet moe te benadrukken dat hij heus niet achter elke voordeur ging loeren om te bezien of alles wel koek en ei was binnen een gezin.Echt chagrijnig werd hij pas toen de VVD hem voor de voeten wierp zelfs de ontwikkeling van het schaamhaar bij pubers vast te willen leggen in zijn elektronisch kinddossier.

Maar zelfs bij deze aanvaring bleef de vuist op tafel achterwege. Harde taal in het openbaar past niet bij Rouvoet, die als leider van de kleinste regeringspartij graag de vaderlijke rol speelde van de verstandigste in huis als coalitiepartners CDA en PvdA elkaar weer eens in de haren waren gevlogen. Deze partijen zijn tot het bittere einde van hun gezamenlijke kabinet in de clinch blijven liggen over de vraag hoe snel het mes in de overheidsuitgaven moet om de kosten terug te halen die zijn gemaakt met het bestrijden van de financiële crisis.

Bij het crisisoverleg in het voorjaar van 2009 kwam de vicepremier met de optie op de proppen het bezuinigingstempo te laten afhangen van de groei van de economie. Ook bij de zoektocht naar een reactie op het Irakrapport van de commissie-Davids kwam Rouvoet met een bezweringsformule aanzetten die CDA en PvdA op één lijn wist te brengen.

Zelf trok de vicepremier maar een keer openlijk van leer. PvdA-staatssecretaris Bussemaker had een voorstel om het onderzoek van embryo’s op ernstige ziektes uit te breiden niet in de ministerraad besproken. In de ogen van de ChristenUnie zette ze de deur naar ongebreideld embryo-onderzoek wagenwijd open. Rouvoet eiste een nieuw plan. Bussemaker hield uiteindelijk vast aan haar voornemens, maar wist bezorgde tegenstanders gerust te stellen door meer controle op de uitbreiding van het aantal ziektes in te bouwen.

Als ChristenUnie-leider wist Rouvoet zich te profileren, als allereerste minister voor Jeugd en gezin moest hij aan de bak om zijn bestaansrecht hard te maken. Met het door hem ingevoerde kindgebonden budget mocht hij graag goede sier maken; in de strijd tegen de jeugdwerkloosheid deed hij zijn best haantje de voorste te zijn. Maar het voortijdig einde van het kabinet ontneemt Rouvoet waarschijnlijk wel de kans om te laten zien dat hij de moeilijkste opgave van zijn ministerschap tot een goed einde kan brengen. Ook onder het programmaministerie voor Jeugd en Gezin bleken de wachtlijsten in de jeugdzorg nauwelijks de kop in te drukken. Dat hem dit met een geplande hervorming van de jeugdzorg zou gaan lukken, kan Rouvoet nu waarschijnlijk niet meer laten zien.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer