Alleen Christus kan ons redden
Is Jezus Christus de enige weg tot God?
Als mensen beweren dat zij het alleen weten, moet je op je tellen passen. Het zijn meestal mensen met trekken van een dictator die zich zo opstellen. Hitler was er zeker van dat hij de oplossing zou brengen. Het communisme en het socialisme hebben ook een heilsstaat beloofd. Deze bewegingen zijn op het tegendeel uitgelopen. Dat maakt ons terecht wantrouwend tegen absolute aanspraken.Dit wantrouwen maakt het christelijk geloof er niet geloofwaardiger op. Is het niet verschrikkelijk arrogant als we verkondigen dat er buiten Christus geen zaligheid is? Is het niet even hoogmoedig om te belijden dat het christelijk geloof de enige ware religie is? Hoe weten we dat de Bijbel waar is en de Koran niet? Vooral nu we met moslims en ”ietsisten” in aanraking komen, dringt deze vraag des te meer.
Onze postmoderne cultuur kenmerkt zich door grote vraagtekens bij absolute uitspraken. Religie wordt geaccepteerd, maar exclusieve waarheidsclaims zijn verdacht. We krijgen daar natuurlijk allemaal een tik van mee en zo slaat de twijfel in ons hart toe. De grote apologeet van het atheïsme, Richard Dawkins, hamert erop dat exclusieve opstellingen voor godsdienstoorlogen hebben gezorgd. Wordt het niet hoog tijd dat christenen zich een beetje matigen in hun beweringen?
Het wordt nog lastiger als er ook binnen het christendom aan de exclusiviteit van het christelijk geloof wordt getornd. Zo leerde ik in mijn studietijd dat een belangrijke theoloog in Indonesië, Samar-tha, de volgende voorstelling van de exclusiviteit van het christelijk geloof gaf. Zoals een man van zijn vrouw zegt: „Je bent de enige (voor mij)”, zo zegt de christen: „Jezus is de weg.” De exclusiviteit van Christus is dan geworden tot een persoonlijke belijdenis die niet voor anderen waar hoeft te zijn.
Geen partijleus
Ruim een jaar geleden hoorde ik op het zaterdagavondpanel van de EO enkele christenen over deze problematiek in debat. Er werd toen duidelijk gezegd dat niemand zonder Christus en Zijn Geest zalig wordt. Tegelijk werd gezegd dat dit niet hoeft te betekenen er ook een bewuste relatie met Christus nodig is. Kan Christus als Gods Zoon door Zijn Geest geen relatie hebben met heidenen zonder dat zij zich daarvan bewust zijn? Teksten over Gods toorn (zoals Rom. 3:19 en Joh. 3:36) werden alleen betrokken op degenen die onder het Evangelie verkeren.
Samartha herinnert ons eraan dat de absolute waarheid van het christelijk geloof geen partijleus is. Als we zo omgaan met de overtuiging dat er buiten Jezus geen heil is, trekken we Jezus in het menselijke vlak. Het kan (helaas!) terecht zijn dat christenen worden beschuldigd van arrogantie. Zo komt de vraag van het exclusieve geloof bij onszelf terug. We kunnen alleen maar getuigen van de exclusiviteit van het christelijk geloof als we in onze diepste existentie overtuigd zijn dat er niemand anders is dan Christus om ons te redden.
Wie overtuigt ons daarvan, dan Jezus alleen? Uit Zijn Woord en door Zijn Geest worden we nergens zo zeker van als van Hem. Hij laat ons zien dat onze redding buiten ons bereik ligt en dat Hij van buiten deze wereld komt om in te grijpen in onze nood. Uit Zijn mond horen we: „Ik ben De Weg.” Met goddelijke autoriteit verzekert Hij ons: „Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waard.” Deze uitspraken zouden godslasterlijk zijn als Hij geen God was.
Omdat het God is Die ons redt, zijn we het oneens met Samartha. Als Jezus voor ons De Weg is, is het voor ons volkomen zeker dat God Zelf ons verlost. Dit overstijgt een persoonlijke belijdenis, omdat Jezus ons overtuigt van de bovenpersoonlijke werkelijkheid van Zichzelf. Jezus is van een volstrekt andere orde dan elke andere religie in deze wereld. We worden niet gered door een religie, maar door een Persoon. Er is geen andere Redder dan de persoon Jezus Christus. Deze persoon is niet van menselijke orde, maar Hij is God Zelf. Dat maakt ons zeker van de exclusiviteit van Jezus als Verlosser.
Is het arrogant om dit te betuigen aan degenen die zeggen dat we godsdienstig niet mogen discrimineren, omdat alle godsdiensten gelijk zijn? Laten we een stap aan dit pluralisme tegemoetkomen. De pluralist is ervan overtuigd dat we geen onterecht onderscheid mogen maken. Als christen kunnen we hierin meegaan. We menen namelijk stellig dat we niet onterecht onderscheid maken tussen het christelijk geloof en de verschillende religies. We zijn er diep van overtuigd dat we niet discrimineren. We maken onderscheid tussen godsdiensten, maar het is geen oneerlijk of onrechtvaardig onderscheid.
Marokko
De pluralist houdt vol. Volgens hem moeten we ons oordeel opschorten. Het exclusivisme kan niet waar zijn. De pluralist is daarheen heel stellig. Misschien wel net zo stellig als de christen in zijn stelligheid dat Christus de enige Redder is. Dan dringt het tot ons door: de pluralist schort zijn oordeel evenmin op. Hij is ook exclusief. Wie beweert dat het pluralisme de enige waarheid is, is even exclusief in zijn bewering als degene die beweert dat het christendom de enige waarheid is.
De pluralist wil ons tot relativisme brengen door de opmerking dat we geen christen zouden zijn als we in Marokko waren geboren. Dit argument keert zich evenzeer tegen de pluralist. Hij zou evenmin een pluralist zijn als hij in Marokko was geboren. Kortom, de pluralist is evenzeer een exclusivist als de christen.
Vooralsnog is er geen reden om het absolute karakter van het christelijk geloof te relativeren. Daarom huiveren we bij de woorden van de Schrift die ons betuigen dat er buiten Jezus geen heil is. Of Jezus onbewust redt, heeft Hij ons in de Schrift niet gezegd. We weten niet meer dan de Schrift. Laten we niet met ons eigen gevoel of redenering op de loop gaan. Laat Paulus’ gezindheid de onze zijn: „Wij dan, wetende de schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof” (2 Kor. 5:11).
Verder lezen over dit onderwerp:
- Tim Keller, In alle redelijkheid. Christelijk geloof voor welwillende sceptici, Franeker 2008, p. 25-42. Klik hier voor een samenvatting
[Link: www.refdag.nl/artikel/1363020/Iedere+overtuiging+is+exclusief.html]
- Dinesh D’Souza, Het christendom is zo gek nog niet, Amsterdam 2009, p. 349-361.
- C. Sinkinson, "Exclusivism", in: C. Campbell-Jack en G. J. McGrath, New Dictionary of Christian Apologetics, Leicester/Downers Grove 2006, 252-255.
- L. Newbigin, The Gospel in a Pluralist Society, Grand Rapids 1989.
- A. Plantinga, "A Defense of Religious Exclusivism", in: J.F. Sennett, The Analytic Theist, Eerdmans 1998/
- T. O’Connor, "Religious Pluralism" in M.J. Murray, Reason for the Hope Within, Grand Rapids: Eerdmans 1999, 165-181.
Dr. W. van Vlastuin, docent apologetiek aan het Hersteld Hervormd Seminarium in Amsterdam.Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl.