Maak van de thuiszorg een verkiezingsthema
De marktwerking in de thuiszorg heeft in veel gemeenten problemen veroorzaakt, stelt Leo Hartveld. De thuiszorg zou een belangrijk thema moeten zijn bij gemeenteraadsverkiezingen op 3 maart.
Toen ik onlangs in Zoetermeer de resultaten presenteerde van ons onderzoek naar het sociaal beleid van gemeenten, heb ik aandacht gevraagd voor Jaap Zwaal. Zwaal werkt in de thuiszorg. Hij maakt zich grote zorgen over de gevolgen van de marktwerking die daar is ingevoerd. Ik citeer: „Organisaties concurreren met elkaar om opdrachten voor de thuiszorg. Het is een márkt geworden. Wil je hetzelfde werk voor een lager tarief aanbieden dan de concurrent, dan moet je érgens op beknibbelen. Op de mensen dus, op de tijd die het personeel aan een cliënt mag besteden.”Het voorbeeld is afkomstig uit ”Onzeker bestaan”, een boek waarin we aandacht vragen voor mensen die hard werken en toch moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Met het voorbeeld wilde ik laten zien welke impact het beleid van gemeenten kan hebben op werknemers als Jaap Zwaal. En ook op mensen die afhankelijk zijn van voorzieningen zoals de thuiszorg.
In 2007 is de verantwoordelijkheid voor de thuiszorg neergelegd bij gemeenten. Tegelijk is er marktwerking geïntroduceerd. Zorginstellingen moeten concurreren om opdrachten van de gemeente. Gemeenten konden daardoor steeds lagere prijzen bedingen voor de zorg. Ze hebben op die manier vele miljoenen bespaard.
Natuurlijk is het belangrijk dat we zuinig omgaan met gemeenschapsgeld. Maar er zijn grenzen. Twee jaar geleden zagen we in de vorige editie van onze Lokale Monitor Werk, Inkomen en Zorg de gevolgen al van deze prijzenslag. Thuiszorginstellingen raakten in financiële problemen, gemeenten moesten geld bijleggen en in sommige gevallen kwam zorgpersoneel op straat te staan. Terwijl we ons absoluut niet kunnen permitteren om gekwalificeerde en gemotiveerde mensen in de zorg kwijt te raken.
Gelukkig waren we niet de enigen die dit inzagen. We hadden dan ook verwacht dat gemeenten inmiddels een reëel tarief zouden betalen voor de thuiszorg. Omdat steeds duidelijker wordt dat juist hier ”goedkoop” uiteindelijk vaak ”duurkoop” blijkt te zijn.
In de nieuwste editie van onze monitor hebben we gemeenten gevraagd welk tarief zij hanteren voor de thuiszorg. Slechts een kleine minderheid van 28 gemeenten blijkt een uurtarief van ten minste 22 euro te hanteren. Terwijl de deskundigen van zorgvakbond Abvakabo FNV hebben uitgerekend dat 24,50 euro het minimum is om goede kwaliteit zorg te kunnen leveren. Kortom, gemeenten betalen nog steeds te weinig voor de zorg.
In ons onderzoek hebben we verschillende aspecten van het sociaal beleid van gemeenten tegen het licht gehouden. Van armoedebestrijding tot de ondersteuning van werkzoekenden, van de crisisaanpak tot de positie van jongeren en zzp’ers. We zien gelukkig positieve ontwikkelingen. Er zijn ook zaken die beter kunnen. Maar waarover we het meest bezorgd zijn, is de thuiszorg. Wat ons betreft wordt dit een belangrijk verkiezingsthema.
De auteur is federatiebestuurder bij de FNV.