De rechtbank Haarlem veroordeelde Schiphol in 2008 tot betaling van een schadevergoeding van 16 miljoen euro, omdat Chipshol door een bouwverbod haar bouwplannen vlakbij de luchthaven niet kon realiseren. Chipshol vroeg in 2002 een vergunning aan voor de bouw van bedrijfspanden en kantoorgebouwen op het terrein.Schiphol vreesde veiligheidsproblemen als de plannen zouden doorgaan en vroeg de staatssecretaris van Verkeer de bouwmogelijkheden te beperken. Die legde toen een bouwverbod op, dat later overigens is opgeheven. Chipshol stelde door het verbod schade te hebben geleden en vorderde bij de rechtbank een schadeloosstelling van 97,2 miljoen euro.

De Hoge Raad oordeelt nu dat het vonnis van de rechtbank niet in stand kan blijven, omdat verschillende klachten van beide partijen over de omvang van de schade gegrond zijn. Het hoogste rechtscollege stelt dat niet alleen gekeken moet worden naar de schade die Chipshol heeft geleden doordat Schiphol beslag heeft gelegd op de grond. Het hof in Amsterdam moet ook uitzoeken wat de gevolgen zijn van eventuele waardevermeerdering van de grond door de opheffing van datzelfde bouwverbod voor de uiteindelijke schadevergoeding.

De schadevergoeding die Chipshol door de rechtbank Haarlem was toegewezen, moet als gevolg van de uitspraak van de Hoge Raad opnieuw worden bezien.

Directeur Peter Poot van Chipshol is „verbijsterd, maar niet verbaasd" over het arrest van de Hoge Raad. „De zaak stinkt aan alle kanten", aldus Poot, die in het arrest een bewijs ziet van belangenverstrengeling waarvan Chipshol volgens hem al jaren slachtoffer is. Hij verwijst naar onderzoek dat de rijksrecherche momenteel doet naar onder meer meineed en belangenverstrengeling van ex–rechter Westenberg. Deze rechter heeft de afgelopen jaren de zaak–Chipshol behandeld. Volgens Poot strekt de verstrengeling zich uit tot aan de Hoge Raad.