SGP’er Van der Vlies hekelt taal en stijl collega’s
SGP-leider Van der Vlies sprak donderdag zijn verontwaardiging uit over de stijl en het taalgebruik van zijn collega-parlementariërs. „Ik schaam me ervoor.”
Volgens parlementaire gebruiken is het niet kies om een bewindspersoon in de Tweede Kamer ronduit voor leugenaar uit te maken. Het Kamerlid Verdonk van Trots op Nederland deed het wel. „Wat een beschamende vertoning”, brieste ze tegen vicepremier Bos. „U zit hier te liegen.” En ook PVV-leider Wilders beschuldigde Bos ervan niet de waarheid te spreken.SGP-fractievoorzitter Van der Vlies, de nestor van het parlement, maakte ernstig bezwaar tegen de „hele rij krenkende superlatieven” die langskwamen, zonder daarbij een persoon te noemen. „Dat is niet nodig om stevige kritiek te hebben. Het is schandelijk voor het aanzien van het parlement. Ik schaam me ervoor”, zei Van der Vlies. Hij kreeg bijval van zijn collega’s; de meesten roffelden op hun tafeltjes.
Kamervoorzitter Verbeet greep aanvankelijk niet in. Bos zei dat hij als minister de waarheid moet spreken en dat hij dat ook altijd heeft gedaan. Omdat Verdonk en Wilders niet met een motie van wantrouwen over de brug kwamen, besloot Bos de opmerkingen te laten voor wat ze waren. Verbeet hield de Kamer daarop ook voor dat dit soort uitlatingen slecht zijn voor het niveau van het debat. Ze noemde het „buitengewoon treurig.”
Normaliter moet een parlementariër na dergelijke beschuldigingen de daad bij het woord voegen en het vertrouwen opzeggen door een motie van wantrouwen in te dienen tegen de bewindspersoon. Een parlement moet, staatsrechtelijk gezien, uit kunnen gaan van de juistheid van de informatie om een rege-ring te kunnen vertrouwen.