Koninklijke bruiloft te Nîmes
De eenvoudige enveloppe verraadt niet dat de inhoud koninklijke allure heeft. Niet elke dag valt er een uitnodiging van een telg van een koninklijke familie op de deurmat. Een uitnodiging aan een Nederlander om getuige te zijn als in het Zuid-Franse Nîmes een neefje van de eertijds zo flamboyante koning Farouk van Egypte zijn jawoord geeft aan een Française van Duitse komaf. David d’Albany verbond zich in de Grand Temple van de Zuid-Franse stad „voor God en Zijn gemeente” aan Sylvia Ernst. Zaterdag recipieert het paar ook in Parijs, in de Eglise Saint-Michel, aan de Rue d’Agnesseau. Een koninklijke bruiloft in etappes.
David d’Albany straalde al allure uit toen ik hem enkele jaren geleden ontmoette op de pastorale van Dijon. Daar hield de toen vijftigjarige vrijgezel een lezing. Met zijn excentrieke verschijning dwong hij respect af. Achter zijn rug om werd in de kloostergangen van de abdij van La Bussière met zekere eerbied over zijn adellijke achtergrond gesproken. Een Nederlandse flapuit zei met een verholen lachje: „Ja joh, hij moest oom zeggen tegen Farouk, je weet wel, die… ha, ha.”
De adellijke theoloog en psycholoog had een lijst bij zich met door hem verzorgde spreekbeurten, toespraken en seminars over theologie en christelijke sociaal-psychologische hulpverlening. Toen al duizelde het me. Theologie studeerde de Parijzenaar met zijn Amerikaans paspoort aan het Westminster Seminary in Philadelphia en inzicht in de psychologie verwierf hij in Californië. Zijn curriculum vitae alleen al had iets royaals. En uiteraard had de communicatiedeskundige een eigen website. Die is er nog, maar hij is sindsdien niet erg uitgebreid. Geen tijd zeker, sinds hij Sylvia ontmoette.
De invitatie voor bruiloft en receptie heeft iets ontwapenends. Een gewoon A4’tje met een af te knippen strook om te retourneren als ik acte de présence wil geven, ook voor de receptie, alwaar „een cocktail zal worden geserveerd.” Bovenaan in het midden staat een Bijbel tegen een kruis, links twee gouden ringen die elkaar raken. De linkse ring heeft een briljantje. De rechtse ring niet. Sylvia, uit de Elzas afkomstig, heeft kennelijk geen blauw bloed. Heel subtiel is dat verbeeld. Rechts van die symbolen staat een klein gouden kroontje: bescheidener kan de allure van deze bruiloft niet worden aangeven. Met paarse inkt zijn mijn naam en adres met een zwierige hand geschreven.
De echte grandeur van deze ”Invitation Royale”, van Hare Koninklijke Hoogheid -Son Altesse- mevrouw R. Fouad en de gewone mevrouw J. Ernst blijkt uit de linkerbovenkant. Een elftal vlaggen, in authentieke kleuren afgebeeld, domineert het A4’tje. Bij het zien van deze vlaggen kwam het interview van enkele jaren geleden me weer van pas, alsmede het dossiertje dat ik over deze kleurrijke man bewaarde. De geheel eigen visie op het Joodse volk van dr. David d’Albany verklaart de aanwezigheid van de Israëlische vlag.
Een eenvoudige familiestamboom laat zien dat de evangelist een Italiaans-Albanese achtergrond heeft. Dat verklaarde al twee vlaggen. Achteloos noemde hij indertijd namen van overgrootvaders en van ooms van koninklijken bloede. Het Ottomaanse Rijk -ziedaar de achtergrond van de Turkse vlag- blijkt geregeerd te zijn door familieleden, maar opa Amin Fouad -voilà, daar zien we de achtergrond van moeders naam- verwierp de troon toen hij christen werd. David werd geboren in Egypte, maar verbleef tot zijn twaalfde jaar binnen de paleismuren. Toen hij achttien was, verliet hij het land aan de Nijl, om er nooit meer terug te keren.
Opa Fouad liet een aantal presbyteriaanse kerken bouwen in Egypte. Koning Farouk -symbool voor een levensstijl die niet echt matig en kuis te noemen valt- was een oom die hij één keer heeft gezien. Farouk kon de troon bestijgen omdat Davids opa ervan afzag. Dat getuigt van een grootsheid die nog maar zelden wordt gevonden.
De 18-jarige vertrok naar Frankrijk en vervolgens naar Libanon. De vlaggen symboliseren deze daad. „Daar kon ik evangeliseren. Ik kreeg een vaste werkplek in een Armeens weeshuis.” Uiteindelijk kwam hij in de Verenigde Staten terecht, waar hij het aanbod kreeg gratis aan een evangelisch getint theologisch instituut te studeren. „Mijn hart lag echter bij de gereformeerde theologie. Hoewel het duur was, ben ik gaan studeren aan het Westminster Theological Seminary in Philadelphia.”
D’Albany werd in 1980 als predikant in de Presbyteriaanse Kerk (PCA) bevestigd. De Amerikaanse vlag ontbreekt dus niet. Bijzondere voorliefde blijkt D’Albany nog steeds te hebben voor zijn oude leermeester Cornelius van Til, vertelde hij me deze week. Als student raakte hij ook steeds meer geïnteresseerd in de psychologie en in allerlei vormen van counseling. Hij raakte daarin zo betrokken dat hij een eigen counselingbureau opzette: Family Care Ministries. „We verdienden veel geld, maar omdat we geen winst wilden maken, hielpen we velen ook gratis. Toen het bureau eenmaal draaide, heb ik het overgedaan aan collega’s. In 1999 ben ik vertrokken naar Frankrijk. Ik voelde een roeping voor dat land, en de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik in Parijs ook meer voor mijn oude moeder wilde gaan betekenen.” Dat Hare Hoogheid het nu toch mag meemaken dat haar zoon, de prins, trouwt!
Ondertussen kreeg D’Albany contacten met mensen uit de gereformeerde kring in Parijs. Onder hen is dr. ir. A. Coste, de gepensioneerde atoomgeleerde en oud-ouderling van een EREI-gemeente in Parijs (Eglise Reformée Evangélique Indépendante). Coste is de ”éminence grise”, de vader des vaderlands zeg maar, van het Franse gereformeerde protestantisme. Ook hij heeft beloofd morgenmiddag luister bij te zetten aan de receptie. De liefde die de koninklijke telg heeft voor de Geloofsbelijdenis van La Rochelle weet Coste zeer te waarderen. Het bepaalt mede hun vriendschap.
Overigens blijft het ietwat opmerkelijk dat een psycholoog, theoloog en huwelijkscounselor tot na zijn vijftigste alleen door het leven ging. Zijn persoonlijke website geeft het toch duidelijk aan: hij gelooft in onvoorwaardelijke liefde, huwelijk en waarden en normen.
Ik heb David deze week telefonisch gefeliciteerd. Hij toonde zich een gelukkig mens. In Nîmes, de plaats waar hij zich bij zijn vrouw en haar twee kinderen voegde, is hij actief als counselor. Dat kan geen kwaad in een land waar huwelijkstrouw niet bepaald als een deugd wordt beschouwd. Sylvia heeft zelf ondervonden dat een huwelijk spaak kan lopen. Zij werd door haar man verlaten. Hij zou haar met twee kinderen hebben achtergelaten.
De bruidegom vindt de kerken in Nîmes te liberaal. Zijn gade is het met hem eens. Zij wilde eertijds zendelinge worden, maar daar kwam het niet van. Daarom hebben ze samen een nieuwe kerk gesticht. Ook koningskinderen kunnen dienen. Aansluiting wil D’Albany zoeken bij de kleine EREI-kerken. Alleen wil hij de leer zuiver houden en de ambten bijbels invullen.
De receptie na de formele huwelijkssluiting in de Grote Kerk van Nîmes werd aan huis gehouden. Twaalf man deelden in de vreugde. In de beperking blijkt soms ook de grootheid van een koninklijk huwelijk. Morgen zullen er wel meer belangstellenden zijn. Onder wie Nederlandse gasten. Om te delen in de vreugde van de ”Union en Jésus Christ”, zoals Franse protestanten het huwelijk zo mooi omschrijven. De receptie zal ongetwijfeld iets koninklijks hebben.