De stichting De Faunabescherming daagde de provincie Drenthe woensdag voor de rechter. De provincie had grondgebied aangewezen waarop jagers de vossen mochten afschieten. Volgens de provincie is het afschieten noodzakelijk omdat de vossen schade onder vooral weidevogels veroorzaken.

De Faunabescherming vindt dat er voldoende andere maatregelen zijn om de vogels te beschermen. Verder is het volgens de organisatie dweilen met de kraan open: de vossen zullen zich namelijk als reactie sneller uitbreiden als er meer voedsel en ruimte is.

Volgens Faunabescherming mag de provincie in het kader van de Flora- en Faunawet alleen besluiten beschermde vossen af te laten schieten als er geen alternatieven zijn en de vossen een plaag vormen. Dat heeft de provincie echter niet aan kunnen tonen.

De rechter heeft bepaald dat de provincie haar besluit moet terugdraaien. De provincie kan wel een nieuw besluit nemen, maar moet daarbij een bezwaartermijn van zes weken in acht nemen.