Dat heeft Antonio Maria Costa, directeur van de drugs- en misdaadafdeling van de Verenigde Naties (UNODC), maandag gezegd.Volgens Costa is er „meer dan slechts halfbakken bewijs” dat er een verband is tussen drugshandelaars en terreurgroepen. „Voordat dit een serieus probleem wordt, moeten we het aanpakken en in de kiem smoren”, aldus Costa in een interview met het persbureau AP tijdens een top over drugs in de Senegalese hoofdstad Dakar.

Cocaïne vindt vanuit Zuid-Amerika al minimaal vijf jaar via de arme en politiek instabiele West-Afrikaanse landen een weg naar Europa. Deskundigen denken dat de drugs in Afrika worden verdeeld onder smokkelaars die de cocaïne via boten en over de weg naar het noorden brengen. Een vermoedelijke smokkelroute loopt door delen van de Sahara die in handen zijn van opstandelingen. Costa kon niet zeggen hoe omvangrijk de ruilhandel is of welke landen er bij betrokken zijn.

De ruilhandel van cocaïne en wapens is verontrustend door de recente uitbreiding van het terreurnetwerk al-Qaida in de Islamitische Magreb (AQIM), die banden heeft met Osama bin Laden. Was de organisatie eerst nog alleen actief in Algerije, inmiddels heeft het netwerk zijn tentakels uitgestrekt tot in Mauritanië, Mali en Niger. Bovendien is er een groeiende bezorgdheid over de mogelijke samenwerking tussen Toearegrebellen en AQIM. Etnische Toearegs gebruik al jaren de poreuze grenzen van Mali en Niger als smokkelroutes.