Die mening ventileerde P. Lakeman van de Stichting Onderzoek Bedrijfsinformatie (SOBI) donderdag op een bijeenkomst in Amsterdam.

Volgens Lakeman is de huidige leiding van de onderneming ongeschikt om de gerezen problemen op te lossen. Ahold is in moeilijkheden gekomen door boekhoudkundige malversaties bij zijn Amerikaanse dochter US Foodservice. Ook zijn er verdachtmakingen aan het adres van het Nederlandse concern over fraude in Zuid-Amerika.

De onderneming staat momenteel tijdelijk onder leiding van president-commissaris H. de Ruijter, nadat topman Van der Hoeven en zijn financiële rechterhand Meurs waren opgestapt.

Volgens Lakeman zijn juist De Ruijter en de andere leden van de raad van commissarissen ongeschikt om de onderneming te leiden, omdat hun belangen tegengesteld zijn aan die van de vennootschap. Zo kan het in het belang van de vennootschap zijn om de commissarissen aansprakelijk te stellen voor het goedkeuren van de gewraakte jaarrekening, aldus de SOBI-voorzitter.

Van uitstel van betaling hoeft volgens Lakeman niemand te schrikken. „Daar wordt tegenwoordig heel zakelijk mee omgesprongen. Surseance is niet per definitie het voorportaal van een faillissement.”

De SOBI-voorzitter deed eerder van zich spreken door bij justitie aangifte tegen Ahold en Van der Hoeven te doen. Dit wegens hun vermeende betrokkenheid bij een mogelijk frauduleuze transactie rond de overname van het aandelenpakket door Ahold van de Argentijnse Velox Groep, die tot dat moment Aholds partner was in de supermarktketen Disco in Argentinië.

Ex-Ahold-topman Van der Hoeven deed donderdag voor het eerst van zich horen sinds zijn aftreden bij het door boekhoudschandalen geplaagde Ahold. Zijn advocaat M. Wladimiroff betitelde in een brief aan Lakeman diens optreden in het tv-programma Netwerk van woensdag „als absoluut onjuist, onzorgvuldig en onnodig kwetsend.”